dinsdag 26 maart 2019

The circle of life


Gezien het feit dat ik a-sportief ben, maar toch beweging nodig heb, probeer ik elke avond een rondje te lopen. Vijf, acht of tien kilometer, door de duinen of gewoon een rondje dorp. Als er aan het eind van de dag maar minimaal zo'n 11.000 stappen op de teller staan.
Vanavond viel het me op hoeveel bladeren er alweer van de bomen zijn gevallen. Een teken dat de zomer over zijn hoogtepunt heen is en de herfst over niet al te lange tijd zijn intrede zal doen. Moeiteloos vloeien de seizoenen in elkaar over, maling hebbend aan de officiële data waarop het jaargetij verandert.
Ik realiseerde me ineens dat het met rouwen ook een beetje zo werkt. Niet dat het keurig afgebakende termijnen van drie maanden zijn hoor, was het maar zo'n feest. Dan zou je er na een jaar namelijk klaar mee zijn. Toch kan ik voor mezelf de seizoenen er wel uithalen.

Ik beschouw ons huwelijk dan voor het gemak even als de zomer. Warm, strak blauwe hemel, weinig regen... een soort zomer als we dit jaar hebben gehad. Eén flinke storm kondigde echter de naderende herfst aan. De hemel brak letterlijk open en met wind, donder en bliksem verloren onze prachtige groene bomen, hun eerste blaadjes. In het begin konden we ze nog aardig bij elkaar harken, om de tuin zo mooi mogelijk te houden. Maar al snel was de ene storm nog niet voorbij of de volgende kwam alweer. De regen, vermengd met onze tranen, spoelde het laatste restje zomer weg.

Het was herfst, en al snel voelden we dat het voor Johan nooit meer voorjaar zou worden. Een herfst die 2,5 jaar zou duren. Al die tijd hoopten we op nieuwe jonge blaadjes, eerste tekenen van nieuw leven. Maar in plaats daarvan werd de grootste boom in onze mooie tuin geveld door een orkaan. Een storm, die al het overgebleven leven lam legde, alle bomen en struiken ontdeed van het laatste beetje groen.

En daarna was het stil. Stil en koud. Zoals het begin van een ijzige winterdag. Ik weet nog, dat ik gek genoeg ook rust ervoer. Die allesvernietigende storm had niet alleen het leven van onze liefste genomen, maar ook dat enorme pak zorgen en onrust van onze schouders geworpen.
De lucht werd langzaamaan weer lichtblauw met een waterig zonnetje. Of misschien kwam dat waterige wel door onze tranen. Als onze tranen konden bevriezen hadden ze er de Elfstedentocht op kunnen schaatsen.

Toch krabbelde de temperatuur ongemerkt op van -10 naar boven nul. Wanneer het precies gebeurd is weet ik niet, maar het lijkt erop dat de koude winter inmiddels zachtjes over is gegaan naar de lente. Ondanks dat er op de lege plek in de tuin nooit meer iets zal groeien, lopen de andere bomen weer uit. Onze tranen van verdriet voeden de grond, en gecombineerd met de warmte van de mensen om ons heen begint er weer wat groen doorheen te komen. Tranen van verdriet, als de mest voor nieuw leven. Ik hoop dat de tranen van het lachen er voor zullen zorgen, dat we ooit weer volledig in bloei zullen komen te staan.
In een eindeloos durende zomer...