donderdag 25 april 2019

All the single ladies

Nooit, maar dan ook nóóit heb ik gedacht dat ik dit nog eens zou zijn: a single lady.
Geen lastige toestanden, niet zielig, best happy maar ja, toch echt wel in mijn eentje. En weet je, eigenlijk kan ik dat best goed! De slogan: "een slimme meid is op haar toekomst voorbereid" kwam pas in het nieuws toen ik allang gesetteld was. Maar toch blijk ik beter voorbereid dan ik dacht. Ondanks dat mijn toekomst totaal anders werd dan ik voor ogen had.

Anders dan ik altijd vermoedde heb ik, om mijn leven leefbaar te houden, niet persé een man nodig. Zo heb ik geen gebrek aan een man om me financieel te onderhouden. Ik red me uitstekend zo, er is elke dag brood op de plank en bovendien ben ik behoorlijk goed in het bijhouden van mijn ( financiële) administratie . Ook woon ik prima, en weet met de meeste klusjes in huis prima te dealen. So far so good zou je denken. Maar eigenlijk ligt dáár ook precies het probleem.

Want ja, ik kan best veel. Naast het bovengenoemde ben ik namelijk ook nog af en toe kapster, schrijf ik graag en ook het zorgen voor anderen staat hoog op mijn lijstje. Toen Johan ziek werd ontpopte zich een ware verpleegkundige in mij. Een duizendpoot dus, maar met één groot probleem;
Ik mis de diploma's. Alles wat ik kan heb ik geleerd door het gewoon te doen, aan ervaring inmiddels geen gebrek.

Gezond verstand (én de lessen handelswetenschappen van Dhr Correira) leerden me, dat je financieel overeind blijft zolang er meer geld binnen komt dan eruit gaat. Overzicht is daarbij cruciaal, maar als echte september-maagd is orde scheppen bij mij geen enkel probleem.
Johan was hier de handigste in huis, maar hij stimuleerde me altijd om te helpen. Verven en behangen zijn niet moeilijk, je moet het gewoon een keer doen. En als het mislukt doe je het opnieuw. Inmiddels kan ik zelfs laminaat leggen en ontstop ik afvoeren alsof ik een eigen klusbedrijf heb.
Hetzelfde geldt voor de kappersschaar. Ook dat is een kwestie van durven. Toen de jongens klein waren was de tondeuse genoeg, maar nu ze ouder zijn hebben ze ook andere kapsel-wensen. Ik heb het mezelf aangeleerd en natuurlijk ging het ook weleens mis maar gelukkig groeit haar weer aan😉

Wat mijn medische kennis betreft, kom ik natuurlijk niet veel verder dan non-hodgkin traject dat wij hebben doorlopen. Mijn langgekoesterde droom om verpleegkundige worden kwam toch nog een beetje uit. Al had ik die liever niet op mijn eigen man gepraktiseerd. Ik heb in die paar jaar zóveel kennis opgedaan, dat ik serieus zo op de afdeling had kunnen worden ingezet.

Maar nu dus de vraag; wil ik dat nog wel? Want op mijn lijstje ervaring ga ik zonder papieren nergens aangenomen worden. Niet als financieel administrateur, niet als kapster en ook niet als verpleegkundige. En als ik besluit om tóch nog dat diploma te gaan halen, wáár kies ik dan voor? Ik vind namelijk alles leuk.

Of besluit ik om lekker door te gaan met het verzamelen van ervaring. In alles wat ik kan en leuk vind om te doen.
Als single lady en slimme meid.
Met wellicht ooit een man, niet omdat ik hem nodig heb, maar puur voor de gezelligheid!










Pippi


In welk bekend figuur herken jij jezelf? Of op wie zou je wel willen lijken? Voor mezelf lijkt dat niet zo moeilijk. Ik voel me namelijk af en toe net Pippi Langkous. Want tegenwoordig trek ik me steeds iets minder aan van wat anderen van me denken, ik durf meer dan ik wist én ik blijk bij tijd en wijle een stuk stoerder dan ik ooit had gedacht. We hebben allebei een huis, een aapje ( ik zelfs 3 😉) en een bed waarin we slapen. Ik heb alleen geen paard.

Maar het grootste verschil is dat Pippi nog jong is en als credo heeft:
" Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan". Heerlijk die onbevangenheid, dat geloof in je eigen kunnen. Alles gewoon doén, ongeacht of je het kunt. Met mijn 20 jaar plus 26 jaar ervaring, heb ik al voor heel wat hete vuren gestaan. Mijn credo is dus tegenwoordig:
" Ik heb het vast al eens gedaan en hoop dat ik het nog een keer kan en durf".

Want mijn  onbevangenheid ben ik helaas kwijt. Het is niet zo dat ik geen risico's meer durf te nemen, of dingen nu uit de weg ga. Integendeel, ik ben voor weinig dingen nog bang. Hoe nieuw, eng of spannend ik iets ook vind, bij alles denk ik: wat heb ik te verliezen? Eigenlijk is het antwoord altijd eenduidig: niets! Ik ben ook niet meer bang voor wat anderen wel niet zullen denken of zeggen. We weten namelijk allemaal dat iedereen wel wat te zeggen heeft, wàt je ook doet. Tegenwoordig leg ik dat makkelijker naast me neer. 'Ga eerst maar eens in mijn schoenen staan', denk ik dan. Kijken hoe je zelf overeind zou blijven.

Gelukkig valt het wel mee met het commentaar in mijn omgeving, en als ze het achter mijn rug om doen, is mijn rug wellicht wat breder dan ik dacht. Nee, ik stap momenteel makkelijk op dingen af. Óók omdat ik geen spijt wil hebben van gemiste kansen. Ik wil geen tijd verspillen met twijfelen of ik het wel kan. Dat zie ik wel als ik het gedaan heb. Het is meer dat ik bang ben dat het niet lukt. Net zoals het me niet lukte om het tij te keren toen Jo ziek werd. Ik besef dat ik me daardoor niet moet laten afschrikken, me niet moet laten leiden door angst om te falen.

Dus hou ik me vast aan Pippi en probeer ik zo onbevangen mogelijk te beginnen aan de rest van mijn leven.
" Ik probeer alles, of ik het nou al eens gedaan heb of niet. En ik denk dat ik dát wel kan!"



donderdag 11 april 2019

Bloedserieus


Ik zie het nog steeds voor me. Twee keer per jaar hingen er vlaggen van het Rode Kruis rond de oude mavo. Iedereen in het dorp wist dat er weer bloed gedoneerd kon worden. Ook al was het een ver-van-mijn-bed-show, vanaf het moment dat ik mócht geven heb ik het gedaan. Beetje primitief, op veldbedjes, maar met het goede doel voor ogen.

Bij Johan was het vergelijkbaar. Zijn vader gaf al sinds jaar en dag bloed bij de bloedbank, en het was voor hem niet meer dan logisch dat hij dat ook ging doen. Na een aantal jaren hield het, mede door regelgeving en veiligheid, voor het Rode Kruis op. Iedereen werd verzocht voortaan naar Leiden te gaan voor donaties. En zo konden Jo en ik gezellig samen. Op een gegeven moment werd ons de vraag gesteld of we plasmadonor wilden worden. Dat mag vaker (elke twee-drie weken) en duurt wat langer maar ach, je ligt daar niet op een veldbed. Nee, het zijn heerlijke stoelen, bakkie erbij, eventueel wat lekkers als je klaar bent. Prima te doen!

Later zijn we allebei nog gevraagd om plaatjesdonor (op afroep) en beenmergdonor te worden. Overal zeiden wij ja op. ‘Beter geven dan nemen’ was ons motto. En buiten dat: we waren er van overtuigd dat we gezond waren. Dat moest haast wel als je zo vaak werd gecheckt! Helaas ging die vlieger niet op. Ze kunnen je namelijk niet overal op testen. En zo kwam het moment dat Johan in plaats van te geven, moest némen. Heel raar. Vooral ook omdat je je dán pas realiseert hoe belangrijk donoren zijn.

Johan heeft meer dan 100 keer plasma gegeven zonder daar verder over na te denken. Maar als je het dan nodig hebt, zie je het in een heel ander licht. Voor elke zak bloedplaatjes die hij kreeg, zijn zes donoren nodig. Op een gegeven moment was dat vier keer per week, dus dat waren er al vierentwintig! En Johan is niet de enige die dat nodig had, hè. Misschien krijgen in Nederland wel 1000 mensen per dag een plaatjestransfusie. Geen enkele keer werd er gezegd: We hebben het niet voor u. Al die donoren die belangeloos hun ritje naar de bloedbank maken, zijn goud waard!

Voor mij een reden om zolang ik het kan ermee door te gaan. Intussen ben ik ook al ruim boven de 125 donaties. Ik denk aan de mensen die we er mee hebben kunnen helpen, ondersteunen, wellicht wat extra tijd hebben gegeven. Ook de jongens zijn ermee begonnen op hun achttiende. Omdat zij precies weten waarom die voorraad bij de bloedbank op peil moet worden gehouden.

Denk er maar eens over na. Als je kunt, meld je dan aan en probeer het. Stoppen kan altijd. Maar realiseer je dat je het zelf ook ooit nodig kunt hebben. Er is namelijk altijd een kans dat geven nemen wordt.

dinsdag 2 april 2019

Avontuur

Ik sta op een kruispunt. Niet zomaar eentje, maar voor mijn gevoel een hele belangrijke. Bijna mijn hele leven liep ik met Johan naast me, onze handen verstrengeld. Zo namen we feilloos dezelfde wegen, liepen naast elkaar. En mocht een van ons wat sneller gaan, wist de ander hem altijd in te halen. We kozen voor veilig, weken nauwelijks van het pad af. Maar nu is het anders.

Ik loop zonder hem als gids, en hoewel ik echt het gevoel heb dat Jo me volgt, moet ik zelf kiezen waar ik heen ga. Ik merk dat ik nieuwsgierig word. Wat zou er op de andere paden zijn? Durf ik het aan om eens níét voor de veiligste weg te kiezen. Heb ik het lef om eindelijk een keer risico's te nemen? Onbevangen en avontuurlijk, gewoon zien waar ik uitkom? Het is zó niks voor mij.

Ik stippel altijd alles uit, wil zelfs op vakantie van tevoren weten waar ik elke nacht zal slapen. Erg voorspelbaar maar in elk geval veilig. Soms denk ik dat ik best wat meer avontuur zou willen. Ontdekken wat er verder nog is: steden en landen, maar misschien ook wel op persoonlijk vlak. Ben ik al te oud voor een studie? Of ga ik verder met schrijven? De laatste jaren waren zwaar, hebben me stilgezet. Zonder spijt ben ik vol voor ons gezin gegaan, ik zou het overigens zó  wéér doen. Er was al spanning en sensatie genoeg, zelfs op ons veilige paadje.

Maar nu... durf ik op deze kruising niet alleen voor de jongens te kiezen, maar ook voor mezelf? Ik heb geen idee wat ik wil, maar hoe mooi zou het zijn als ik daar op een onverharde weg achter zou komen? Als ik talenten in mezelf zou ontdekken die diep verscholen zijn? Als ik durf te vertrouwen op mijn toekomst in plaats van vast te houden aan het veilige verleden... durf ik dat allemaal in mijn eentje?

Want wat als ik verdwaal, liever terug wil naar de bekende weg? Of keihard wordt geconfronteerd met dingen ik eigenlijk toch liever niet wil. Heeft mijn ziel alweer genoeg eelt om mezelf op te kunnen vangen? Of loop ik dan onherstelbare schade op? Is er dan nog wel een mogelijkheid om terug te keren? Terug naar het kruispunt waar ik nu sta.

Ik blijf denk nog even hier, nog even moed verzamelen voordat ik in het diepe spring. Voordat ik het aandurf om mijn vleugels uit te slaan naar de onbekende toekomst. En áls ik het doe neem ik Johan zijn woorden mee als gids: ga je mee verdwalen? Ik weet de weg...

Lief leven

Ik zweef. Alsof ik word opgetild en behoedzaam vrij word gelaten, ver boven alles en iedereen. Onwennig spreid ik mijn vleugels en zoek naar een goede richting. Laat ik me meevoeren op de wind of vlieg ik uit alle macht tegen de wind in? Wil ik vooruit komen of terug naar het verleden?
Ik overzie alles. Ik zoek, maar wàt ik zoek laat zich niet vinden. Het geluid van de wind geeft slechts in een fluistering zijn naam. Hoeveel wolken ik ook passeer, nergens zit hij trots naar beneden te kijken. Terwijl ik voel dat hij me stuurt en dus wel ergens móet zijn...
Daarom blijf ik zweven.

Ik beef. De angst dat dit het is benauwd me soms. Stel dat dit alles is, die 40, 70 of misschien 100 jaar dat je hier op aarde bent... zonder vervolg, zonder gevolgen. Dat het stopt zodra je aardse lijf ophoudt te bestaan. Als je geest zich onzichtbaar vermengd met een ieder die ons is voorgegaan. Wat een doolhof moet dat zijn. Bijna een onmogelijke missie om je zielemaatje ooit nog terug te vinden in die wirwar van entiteiten... en dus blijf ik beven.

Ik geef. Bewust en onbewust, want is dat niet waar het om draait? Het delen van wat je hebt met elkaar? Je kennis, aandacht en liefde, zodat een ander daar ook weer mee verder kan. Ik geef, omdat ik er positieve energie van krijg. Daarmee geef ik dus niet alleen aan een ander, maar indirect ook aan mezelf. Daarom blijf ik geven.

Ik streef. Ik streef naar een wereld waarin geen onrecht is. Geen ziekte, armoede, oorlog en waarin niemand honger heeft of zich alleen voelt.
Gelijke rechten voor iedereen, hoe mooi zou dat zijn. Helaas lijkt dat voorlopig nog een utopie, maar volgens mij niet onmogelijk, en daarom blijf ik streven.

Ik leef. Ik leef een leven dat ik niet had voorzien. Een leven dat grote gelijkenissen heeft met het leven van vele anderen. Het gemis van Johan drukt elke dag nog een stempel op ons gezin, net zoals anderen door moeten met een lege plek. Maar hey, ik lééf. Door het verlies besef ik dat ik elke dag moet pakken. Doelen mag hebben en dromen achterna moet gaan. De dromen die we samen hadden en nieuwe dromen die ik krijg. Dat ben ik verplicht aan Jo en aan mezelf, zodat ook híj zo een beetje levend blijft. Dromen genoeg, ik ben nog lang niet klaar, en daarom.... blijf ik leven!




Januari


De eerste maand van het jaar, ik heb hem nooit begrepen. Je zou toch denken dat dat een leuke en gezellige maand moet zijn. Een feestje, omdat er weer met een schone lei kan worden begonnen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nou, ik heb nooit van januari gehouden en nu al helemaal niet meer.

Ondanks dat de donkere, kortste dag allang geweest is, lijken de dagen in januari nóg korter en donkerder. In december heeft bijna iedereen namelijk volop lichtjes hangen, waardoor de huizen gezelligheid en warmte uitstralen. De eerste week van januari worden die massaal weer opgeborgen, waardoor niet alleen het licht verdwijnt, maar ook het feestelijke gevoel. En dan zijn het óók nog eens 31 dagen...

Gek dat iedereen altijd denkt dat december extra lastig is als je een dierbare bent verloren. Misschien dat anderen het anders ervaren, maar ik vind januari een stuk moeilijker. Ondanks dat december niet alleen alle feestdagen omvat, maar ook nog eens Johan's sterfdag...

Dat zit zo: Begin december zijn er de sintkadootjes, gevolgd door lieve kaartjes van mensen die onze D-day wat draaglijker willen maken. Vlak daarna vallen de eerste kerstkaarten op de mat. Een extra kaarsje, extra knuffels, een kerstboom en heel veel kerstbrood later volgen er oliebollen en champagne. En dan... is het stil...
Geen kaartjes en knuffels, geen oliebollen of appelflappen meer. Al is het maar omdat het "vaste" goede voornemen nou eenmaal is, dat de overtollige decemberkilo's er weer af moeten.

Een dodelijk saaie maand ligt voor me. Daarbij komt óók nog eens dat ik gewoon niet van kou hou, en laat de winter nou tegenwoordig elk jaar een beetje later beginnen...
Komt er dus op neer dat de ellende nog moet beginnen. Want nee, ik ben niet gemaakt om op schaatsen te staan. Ik wil gewoon liever lopen. Eindeloze wandelingen door duin, over het strand of gewoon over straat, alleen dan wel zónder het gevaar finaal op mijn plaat te gaan omdat het ineens glad is...

Ik verlang naar de zomer, naar lange warme avonden, naar roséetjes op het terras. Toch weet ik ook hoe gevaarlijk "verlangen naar" is.
Je krijgt namelijk nooit wat je wilt, en door te verlangen naar iets, in het verleden of in de toekomst, vergeet je om te leven in het nú.

Dus ik vrees dat ik nog even moet doorbijten. Ik steek een paar extra kaarsen aan voor een beetje meer licht en bak wat appelflappen voor vanavond. Leven in het nú, elke dag een beetje. Dan wordt zélfs januari misschien toch nog gezellig...




maandag 1 april 2019

This time next year


We staan weer aan de vooravond van een nieuw jaar. Het derde volle jaar waarin jij lijfelijk geen deel meer uit zult maken van ons leven, maar waarin jij ongetwijfeld toch ook weer een rol zult spelen. Alleen al vanwege het feit dat jij een betere versie van onszelf hebt gemaakt.

Ik kijk terug op een totaal ander jaar dan 2017. Toen dat jaar begon, stond ik aan het begin van mijn nieuwe leven. Een leven waar ik nooit voor heb gekozen, een leven dat ik eigenlijk niet wilde. Belangrijkste doel was overeind blijven en mezelf vasthouden aan wat er nog wél was. Klinkt allemaal heel makkelijk en voor buitenstaanders leek het me misschien ook makkelijk af te gaan, maar neem van mij aan dat schijn bedriegt. Ik had een blauwe kont van alle schoppen die ik mezelf onder mijn reet heb gegeven. Constant mezelf voorhouden dat er nog zoveel wél was. Prachtig natuurlijk, maar soms voelde het gewoon niet zo. En dan voelde ik me schuldig en ondankbaar. Complete onzin natuurlijk, maar logisch nadenken is vaak erg lastig als je rouwt.

Dit jaar zou ik het anders doen. Ik zou liever worden voor mezelf, beter zorgen voor mijn lijf en mijn onbekende wereld gaan ontdekken. Wat vind ík leuk en belangrijk? Wat zou mijn nieuwe doel zijn, mijn nieuwe uitdaging, waar zou ik energie van krijgen?
Of het me gelukt is? Zeg het zelf maar...

Ben ik liever voor mezelf? Ja en nee. Ik ben nog steeds teveel bezig met hoe het hoort, daarmee leg ik mezelf onnodig veel druk op. Ik kan daarentegen nog steeds wel vol genieten van kleine geluksmomenten. Of dat nou een heerlijke wandeling is, een gezellige lunch met lieve mensen of de scherpe humor van de jongens.
De weegschaal geeft inmiddels acht kilo minder aan dan het begin van het jaar. Dus dat is ongetwijfeld beter voor mijn lijf. So far so good...

En dan de uitdaging. Nou die heb ik wel gehad. Sterker nog, ik ben een compleet nieuwe wereld ingestapt, met al mijn angst en onzekerheid.
Ik heb gewoon een prachtig boek uitgegeven! Hoe vet is dat! De belofte die ik Johan heb gedaan, dat hij nóóit vergeten zal worden, heb ik hiermee in één klap ingelost. Heb ik de lat hoog gelegd? Ja best wel, ik had aardig wat eisen omtrent de vormgeving en verkoopprijs.
Ik heb er nachten van wakker gelegen, geen bloed maar wel zweet en heel veel tranen.
En toch, het was het allemaal dubbel en dwars waard.

Maar nu, wat zijn mijn doelen in 2019? Ik hoop wat minder druk vanuit mezelf. Deel twee van het boek is bijna geschreven, wat op zich al wat rust geeft.
Eind van komend jaar hoeft de weegschaal maar 4-5 kilo minder aan te geven, ook daar dus wat minder focus op.
En verder ga ik het wel zien. Open en onbevangen probeer ik het nieuwe jaar te omhelzen, het leven te leven en kansen te pakken die me worden geboden. Een deel van mij is nog steeds bang voor onbekende wegen. Ik ga proberen om die angst het hoofd te bieden. Vastbesloten om er een mooi jaar van te maken.

Ik wens jullie hetzelfde toe voor het nieuwe jaar. Leef het leven uit liefde voor jezelf met oog voor een ander.
Of het me gelukt is horen jullie,
This time next year!



The Christmas Station


Ken je dat? Zo'n situatie waarvan je denkt: "Hey, dit heb ik al een keer gedaan of beleefd". Een déjà vu waarbij je zelfs weer het gevoel ervaart wat je eerder al hebt ondervonden.
Ik had het laatst. Gewoon op een doordeweekse dag, het was nog net november.

Ik reed op een weg die ik denk wel honderdduizend keer heb gereden. Zo'n weg waarvan je elk bochtje en hobbeltje blindelings weet te vinden. De weg die ik moest nemen als ik naar het ziekenhuis ging. De weg ook, die ik hoe dan ook moet nemen als ik vanuit het dorp richting de snelweg moet. Normaal heb ik er dan ook geen moeite of specifieke associaties mee.
Tot vorige week.

Ik draaide de eerste rotonde op en daar was het, die éne jingle op de radio wierp me twee jaar terug in de tijd. Dat ene gezongen zinnetje "all your favorite christmas-songs... Sky Radio..." maakte dat
ik het stuur net even wat steviger vastpakte. Ik voelde in één klap zoveel spanning in mijn lijf.
Ik had dit al een keer beleefd, dat ik precies hiér reed en dit hoorde op de radio. Ik weet ook nog exact wanneer dat was...

Het was 8 december 2016,  tien voor tien in de ochtend. De nacht ervoor hadden we bij Johan gewaakt, en terwijl Bart en Luuk naar school mochten, reed ik snel naar huis voor schone spullen. Voorbereid om eventueel weer een nacht te waken. Precies op deze plek hoorde ik toen ook die jingle.

Ik weet nog dat ik me op dat moment af vroeg hoe onze kerst er dat jaar uit zou gaan zien. Johan was zo ziek.... zou dit mijn laatste rit naar het ziekenhuis zijn dat Johan nog in leven was? Zou ik op de terugweg al weduwe zijn? Ik probeerde me te focussen op de muziek, want inmiddels liepen de tranen over mijn wangen. Net als vorige week ook weer het geval was. We weten allemaal hoe die dag afliep. Hoe ik vijf kwartier na dit ritje, te horen kreeg dat er niets meer gedaan kon worden. Dat mijn angst van die ochtend nog geen zes uur later werkelijkheid werd. Op weg naar huis was ik inderdaad weduwe. Die status heb ik inmiddels twee jaar en het went nog steeds niet.

Het brengt me terug in de realiteit. Want behalve dat, ben ik ook nog steeds moeder van drie jongens die thuis op me wachten. Intussen zingt Chris Rea "Driving home for Christmas" en zachtjes neurie ik mee.
Driving home for Christmas....dat is precies wat ik nu ga doen...

Afbeeldingsresultaat voor naar de horizon rijden

Stralend

En dan is het weer december. Een maand die mijn hele leven symbool heeft gestaan voor plezier, feest en warmte. Elk jaar het vieren van Sinterklaas, Kerstmis en Oudjaar. Elk jaar de pret bij het maken van surprises en rijm. Vlak daarna het opzetten van de kerstboom waarmee de toon  meteen gezet was. Warmte, licht en samen zijn. Elk jaar opnieuw...

Ja zelfs toen je ziek was. Kwam niet aan december, tradities die zijn er om in ere te worden gehouden. Alsof het zo moest zijn ging het tijdens je ziekte juist in december best wel goed. In 2014 kregen we een behoorlijk goede uitslag na een rete-spannende scan. In 2015 was je half december klaar met je tweede chemoserie. 2016 zou óns jaar worden! Niets wees erop dat het tegen zou zitten.
December is qua gevoel compleet overhoop gegooid. Niet voor even, maar voor altijd.

Er is namelijk een gitzwarte dag verschenen, gewoon midden tussen alle feestelijkheden. Een dag die een sluier legt over elke surprise en elke kerstboom. Jij, die zo van december hield, moest vlak na de Sint de strijd opgeven. In 2016, wat betekent dat dat "al" twee jaar geleden is. Twee jaar!

Beelden van jouw laatste dagen spoken de hele week al door mijn hoofd. Ze zijn op mijn netvlies gebrand, alsof het de dag van gisteren is. Samen de kadootjes inpakken in het ziekenhuis, twee keer per dag op de hometrainer en drie keer per dag twee rondjes lopen door de gang. Het was je enige uitje, de enige reden om uit de isolatiekamer te mogen. Het filmpje dat je op de hometrainer fietst heb ik al honderd keer gekeken. Je oogverblindende lach, je liefde voor ons, het spat er vanaf. Het geeft me kracht, een glimlach, maar net zo goed tranen.

Wie had kunnen denken dat het een week later voorbij zou zijn. Helaas zijn de herinneringen van de laatste dag minder fraai. Ik krijg ze niet weg. Het is een pijn die constant opspeelt. Jou los moeten laten is veruit het allermoeilijkst dat ik ooit heb moeten doen.

Net zoals het verdomd moeilijk is om nu nog "gewoon" de decembermaand te vieren.
Toch probeer ik me ertoe te zetten. De Sint is weer geweest, compleet met rijm en zelfgemaakte speculaastaart. Deze week zal de kerstboom weer gezelligheid gaan brengen met honderden kleine lichtjes. De kaarsjes branden in overvloed en er is alweer één grote vuurpijl besteld.
Maar eerst is er nog die vreselijke dag, 8 december zal nooit meer hetzelfde zijn.

De zwartste dag van het jaar, hoeveel lichtjes ik ook creëer.
Het enige lichtpuntje is jouw stralende lach vol liefde...