vrijdag 14 december 2018

Elk huisje...


De zomer is al even voorbij, de klok is weer teruggezet naar wintertijd, en dat betekent dat ik mijn rondje na het avondeten weer in het donker loop. Voorlopig dus geen duinen meer, maar blijf ik (ook op verzoek van de jongens) in de bewoonde wereld. Hoe laat ik loop hangt een beetje af van het tijdstip dat we eten.

Vanavond was ik vroeg, rond 18.00 uur. Het moment waarop veel mensen net thuis komen uit hun werk. Het is koud, ik draag mijn dikste jas en mijn handen zijn verstopt in handschoenen, die diep in mijn zakken zitten. In bijna alle huizen brandt licht en automatisch kijk je dan toch naar binnen. Moeders die aan het koken zijn, gezinnetjes die aan tafel zitten of mensen die lui onderuit op de bank liggen en televisie kijken. Ik moet glimlachen, het ziet er allemaal zo vredig uit met al die lampjes bij iedereen. Er slaat een autoportier dicht en een klein stukje verder in de straat gaat een voordeur open en rennen twee kindjes naar buiten: "papa!!!"

Heel even voel ik een scherpe steek van jaloezie. Zo ging het bij ons ook altijd... Johan kreeg niet eens de tijd om zijn sleutels neer te leggen of hij had al een paar aapjes om zijn nek. Strijdend om voorrang, om zo als eerste te kunnen vertellen wat ze die dag gedaan hadden. Pas als hij ze alledrie had geknuffeld en aangehoord kon hij zijn jas uitdoen. Ik gebruikte het knuffelmoment altijd om alvast een bakkie te zetten. Wat lijkt het nog kort geleden, maar in werkelijkheid zijn die momenten al tien tot vijftien jaar terug.

Ik loop verder en even later kom ik een echtpaar tegen, heftig met elkaar in discussie. Als ze me naderen dempen ze hun stemmen, maar ik kan de spanning tussen hen bijna vastpakken als ze langs me heenlopen. Tja, dat heb je dus ook. Geen blokje lopen ter ontspanning, maar misschien wel om de kinderen geen getuige te laten zijn van de dikke ruzie die ze hebben.

De rest van mijn rondje kijk ik toch anders de huizen in. Zoveel huizen, zoveel gezinnen, elk met hun eigen sores. Of het nou gewoon ruzie is, of problemen met de kinderen, geldzorgen of ziekte; elk huisje heeft zijn kruisje. Ondanks alles ben ik blij dat ik weer naar mijn eigen huis loop. Ons huis, waar dan wel een onmenselijk gemis is, maar waar verder geen spanning heerst. Waar de lichtjes me uit de verte al welkom heten, en ik weet dat de jongens op me wachten. Nee, de tijd dat ze naar de voordeur renden als ik thuiskwam is voorbij. Maar ze zetten wel een bakkie voor me en hebben vaak zelfs de kaarsjes al aangestoken.

Het verzacht de pijn die ik onderweg even voelde, en ik ervaar het rare besef dat ik met niemand zou willen ruilen. Maar wat zou ik graag nog even teruggaan in de tijd. Dat onbezorgde geluk weer ervaren. Kon het maar... al was het maar heel even...