dinsdag 26 maart 2019

Gebakken lucht

Vakantie 2018
Net als vorig jaar hebben we besloten om het vliegtuig te pakken. Weg uit onze vertrouwde, maar o zo confronterende, omgeving. Weg van alle dagelijkse beslommeringen, weg van de realiteit, óp naar de zon.Nu hadden we daar dit jaar achteraf gezien het vliegtuig niet voor hoeven nemen. De temperaturen zijn hier nu al bijna twee maanden tropisch, wat me in elk geval alvast een redelijk kleurtje heeft opgeleverd.

We namen dus het vliegtuig, op weg om nieuwe herinneringen te maken én om even niets te hoeven.
Eenmaal in de lucht verbaasde ik me opnieuw over het feit dat dat ding ten eerste van de grond komt, en ten tweede dat ie daar dan ook gewoon blijft hangen! Ik bedoel maar: een toestel met daarin een paar honderd mensen in een evengroot aantal stoelen, honderden blikjes bier en frisdrank en dozen vol pinda's en ander vreetwerk.... Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is brengt het je van ons koude kikkerlandje naar een eiland ergens voor de kust van Marokko. Hoger dan je vanaf de grond bedenken kunt, vlieg je over bergen, door storm en regen, dwars door de wolken heen, de zon tegemoet.

En dan lig ik hier nu op mijn bedje bij het zwembad naar de lucht te staren. Ik zie gelijksoortige wolken als waar we doorheen gevlogen zijn, vooral witte. Witte wolken waar ik allerlei figuren in probeer te zien. Wolken die eruit zien alsof je ze zo kunt pakken, alsof het een grote pluk watten is.
Helaas heeft de vliegreis die illusie verstoord...
Die prachtige engel, dat olifantje, hartje of hondje blijkt na één enkeltje waar-dan-ook-naartoe, niets meer of minder dan gebakken lucht, waar je dwars doorheen kunt. Is dan niets meer wat het lijkt?
Is alles wat van een afstandje zo tastbaar lijkt dan een luchtkasteel?

Neem nou jouw leven, óns leven...
De liefde was bijna tastbaar, niet alleen van een afstand, maar ook zéker van heel dichtbij. Maar toch...Nu, ruim 1,5 jaar na je overlijden, is mijn liefde voor jou nog minstens net zo groot, alleen het tastbare ben ik kwijt. Als ik het wil omarmen ga ik er dwars doorheen. Terwijl ik zéker weet dat onze liefde geen gebakken lucht was. Onze jongens zijn daar het levende bewijs van.
Dus stiekem verheug ik me op morgen, dan zit ik weer hoog in de lucht. Ik hoop dat ik jou tegenkom op een wolkje. Ik zal naar je uitkijken en misschien neem je me dan wel mee. Mee op je wolk, via regenbogen en potten met goud, bij Droomland linksaf, zo naar ons eigen luchtkasteel...