donderdag 16 mei 2019

Anne, Julie, Tanja en....

Ik ben gewoon stil....
Heel het land is stil met mij.
Al die slopende dagen dat we zochten, hoopten, maar eigenlijk niet meer dúrfden te geloven dat Anne gevonden zou worden.
Anne, een doodgewoon meisje die we niet persoonlijk kenden, maar die de gemoederen in het hele land bezig hield.
Ik zie op de foto's een vrolijke meid, die gewoon een stukje ging fietsen. Nog één keer een selfie en dan stilte....

Net zoals mensen zich niet in onze situatie kunnen verplaatsen, kunnen wij ons totaal niet indenken hoé vreselijk het is als je (klein)kind, je zus,  nichtje of vriendin wordt vermist.
De hoop die iedereen nog voelt de eerste dagen, maar dan...
Hoe langer het duurt hoe wanhopiger je word kan ik me zo indenken.
Elk spoor, elke aanwijzing grijp je aan. Bij elk telefoontje zit je hart in je keel....

En dan vandaag het trieste nieuws dat haar lichaam is gevonden....
Ze was gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats.
Of moeten we zeggen dat de dader nóóit op die plaats had mogen zijn?
Dat het rechtsysteem in Nederland wel heel krom is?
Dat het te zot voor woorden is dat er met zoveel zorg wordt omgegaan met de daders, in plaats van de samenleving te beschermen tegen dit soort lui?

De onzekerheid is voorbij.
Familie en vrienden hebben "gelukkig" hun Anne's lichaam terug om daar met heel veel pijn afscheid van te kunnen nemen.
Want er zijn nog heel veel "Annes" die nog niet gevonden zijn. Families die nog steeds zoeken, daders die nog vrij rondlopen, wachtend op een volgende Anne...

Lieve mensen laten we wat meer naar elkaar omkijken.
Zullen we elkaar wat meer helpen en zorgen dat deze monsters geen kans meer krijgen? Want niemand wil op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn....

Rust zacht lieve Anne, Julie en….❤


donderdag 25 april 2019

All the single ladies

Nooit, maar dan ook nóóit heb ik gedacht dat ik dit nog eens zou zijn: a single lady.
Geen lastige toestanden, niet zielig, best happy maar ja, toch echt wel in mijn eentje. En weet je, eigenlijk kan ik dat best goed! De slogan: "een slimme meid is op haar toekomst voorbereid" kwam pas in het nieuws toen ik allang gesetteld was. Maar toch blijk ik beter voorbereid dan ik dacht. Ondanks dat mijn toekomst totaal anders werd dan ik voor ogen had.

Anders dan ik altijd vermoedde heb ik, om mijn leven leefbaar te houden, niet persé een man nodig. Zo heb ik geen gebrek aan een man om me financieel te onderhouden. Ik red me uitstekend zo, er is elke dag brood op de plank en bovendien ben ik behoorlijk goed in het bijhouden van mijn ( financiële) administratie . Ook woon ik prima, en weet met de meeste klusjes in huis prima te dealen. So far so good zou je denken. Maar eigenlijk ligt dáár ook precies het probleem.

Want ja, ik kan best veel. Naast het bovengenoemde ben ik namelijk ook nog af en toe kapster, schrijf ik graag en ook het zorgen voor anderen staat hoog op mijn lijstje. Toen Johan ziek werd ontpopte zich een ware verpleegkundige in mij. Een duizendpoot dus, maar met één groot probleem;
Ik mis de diploma's. Alles wat ik kan heb ik geleerd door het gewoon te doen, aan ervaring inmiddels geen gebrek.

Gezond verstand (én de lessen handelswetenschappen van Dhr Correira) leerden me, dat je financieel overeind blijft zolang er meer geld binnen komt dan eruit gaat. Overzicht is daarbij cruciaal, maar als echte september-maagd is orde scheppen bij mij geen enkel probleem.
Johan was hier de handigste in huis, maar hij stimuleerde me altijd om te helpen. Verven en behangen zijn niet moeilijk, je moet het gewoon een keer doen. En als het mislukt doe je het opnieuw. Inmiddels kan ik zelfs laminaat leggen en ontstop ik afvoeren alsof ik een eigen klusbedrijf heb.
Hetzelfde geldt voor de kappersschaar. Ook dat is een kwestie van durven. Toen de jongens klein waren was de tondeuse genoeg, maar nu ze ouder zijn hebben ze ook andere kapsel-wensen. Ik heb het mezelf aangeleerd en natuurlijk ging het ook weleens mis maar gelukkig groeit haar weer aan😉

Wat mijn medische kennis betreft, kom ik natuurlijk niet veel verder dan non-hodgkin traject dat wij hebben doorlopen. Mijn langgekoesterde droom om verpleegkundige worden kwam toch nog een beetje uit. Al had ik die liever niet op mijn eigen man gepraktiseerd. Ik heb in die paar jaar zóveel kennis opgedaan, dat ik serieus zo op de afdeling had kunnen worden ingezet.

Maar nu dus de vraag; wil ik dat nog wel? Want op mijn lijstje ervaring ga ik zonder papieren nergens aangenomen worden. Niet als financieel administrateur, niet als kapster en ook niet als verpleegkundige. En als ik besluit om tóch nog dat diploma te gaan halen, wáár kies ik dan voor? Ik vind namelijk alles leuk.

Of besluit ik om lekker door te gaan met het verzamelen van ervaring. In alles wat ik kan en leuk vind om te doen.
Als single lady en slimme meid.
Met wellicht ooit een man, niet omdat ik hem nodig heb, maar puur voor de gezelligheid!










Pippi


In welk bekend figuur herken jij jezelf? Of op wie zou je wel willen lijken? Voor mezelf lijkt dat niet zo moeilijk. Ik voel me namelijk af en toe net Pippi Langkous. Want tegenwoordig trek ik me steeds iets minder aan van wat anderen van me denken, ik durf meer dan ik wist én ik blijk bij tijd en wijle een stuk stoerder dan ik ooit had gedacht. We hebben allebei een huis, een aapje ( ik zelfs 3 😉) en een bed waarin we slapen. Ik heb alleen geen paard.

Maar het grootste verschil is dat Pippi nog jong is en als credo heeft:
" Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan". Heerlijk die onbevangenheid, dat geloof in je eigen kunnen. Alles gewoon doén, ongeacht of je het kunt. Met mijn 20 jaar plus 26 jaar ervaring, heb ik al voor heel wat hete vuren gestaan. Mijn credo is dus tegenwoordig:
" Ik heb het vast al eens gedaan en hoop dat ik het nog een keer kan en durf".

Want mijn  onbevangenheid ben ik helaas kwijt. Het is niet zo dat ik geen risico's meer durf te nemen, of dingen nu uit de weg ga. Integendeel, ik ben voor weinig dingen nog bang. Hoe nieuw, eng of spannend ik iets ook vind, bij alles denk ik: wat heb ik te verliezen? Eigenlijk is het antwoord altijd eenduidig: niets! Ik ben ook niet meer bang voor wat anderen wel niet zullen denken of zeggen. We weten namelijk allemaal dat iedereen wel wat te zeggen heeft, wàt je ook doet. Tegenwoordig leg ik dat makkelijker naast me neer. 'Ga eerst maar eens in mijn schoenen staan', denk ik dan. Kijken hoe je zelf overeind zou blijven.

Gelukkig valt het wel mee met het commentaar in mijn omgeving, en als ze het achter mijn rug om doen, is mijn rug wellicht wat breder dan ik dacht. Nee, ik stap momenteel makkelijk op dingen af. Óók omdat ik geen spijt wil hebben van gemiste kansen. Ik wil geen tijd verspillen met twijfelen of ik het wel kan. Dat zie ik wel als ik het gedaan heb. Het is meer dat ik bang ben dat het niet lukt. Net zoals het me niet lukte om het tij te keren toen Jo ziek werd. Ik besef dat ik me daardoor niet moet laten afschrikken, me niet moet laten leiden door angst om te falen.

Dus hou ik me vast aan Pippi en probeer ik zo onbevangen mogelijk te beginnen aan de rest van mijn leven.
" Ik probeer alles, of ik het nou al eens gedaan heb of niet. En ik denk dat ik dát wel kan!"



donderdag 11 april 2019

Bloedserieus


Ik zie het nog steeds voor me. Twee keer per jaar hingen er vlaggen van het Rode Kruis rond de oude mavo. Iedereen in het dorp wist dat er weer bloed gedoneerd kon worden. Ook al was het een ver-van-mijn-bed-show, vanaf het moment dat ik mócht geven heb ik het gedaan. Beetje primitief, op veldbedjes, maar met het goede doel voor ogen.

Bij Johan was het vergelijkbaar. Zijn vader gaf al sinds jaar en dag bloed bij de bloedbank, en het was voor hem niet meer dan logisch dat hij dat ook ging doen. Na een aantal jaren hield het, mede door regelgeving en veiligheid, voor het Rode Kruis op. Iedereen werd verzocht voortaan naar Leiden te gaan voor donaties. En zo konden Jo en ik gezellig samen. Op een gegeven moment werd ons de vraag gesteld of we plasmadonor wilden worden. Dat mag vaker (elke twee-drie weken) en duurt wat langer maar ach, je ligt daar niet op een veldbed. Nee, het zijn heerlijke stoelen, bakkie erbij, eventueel wat lekkers als je klaar bent. Prima te doen!

Later zijn we allebei nog gevraagd om plaatjesdonor (op afroep) en beenmergdonor te worden. Overal zeiden wij ja op. ‘Beter geven dan nemen’ was ons motto. En buiten dat: we waren er van overtuigd dat we gezond waren. Dat moest haast wel als je zo vaak werd gecheckt! Helaas ging die vlieger niet op. Ze kunnen je namelijk niet overal op testen. En zo kwam het moment dat Johan in plaats van te geven, moest némen. Heel raar. Vooral ook omdat je je dán pas realiseert hoe belangrijk donoren zijn.

Johan heeft meer dan 100 keer plasma gegeven zonder daar verder over na te denken. Maar als je het dan nodig hebt, zie je het in een heel ander licht. Voor elke zak bloedplaatjes die hij kreeg, zijn zes donoren nodig. Op een gegeven moment was dat vier keer per week, dus dat waren er al vierentwintig! En Johan is niet de enige die dat nodig had, hè. Misschien krijgen in Nederland wel 1000 mensen per dag een plaatjestransfusie. Geen enkele keer werd er gezegd: We hebben het niet voor u. Al die donoren die belangeloos hun ritje naar de bloedbank maken, zijn goud waard!

Voor mij een reden om zolang ik het kan ermee door te gaan. Intussen ben ik ook al ruim boven de 125 donaties. Ik denk aan de mensen die we er mee hebben kunnen helpen, ondersteunen, wellicht wat extra tijd hebben gegeven. Ook de jongens zijn ermee begonnen op hun achttiende. Omdat zij precies weten waarom die voorraad bij de bloedbank op peil moet worden gehouden.

Denk er maar eens over na. Als je kunt, meld je dan aan en probeer het. Stoppen kan altijd. Maar realiseer je dat je het zelf ook ooit nodig kunt hebben. Er is namelijk altijd een kans dat geven nemen wordt.

dinsdag 2 april 2019

Avontuur

Ik sta op een kruispunt. Niet zomaar eentje, maar voor mijn gevoel een hele belangrijke. Bijna mijn hele leven liep ik met Johan naast me, onze handen verstrengeld. Zo namen we feilloos dezelfde wegen, liepen naast elkaar. En mocht een van ons wat sneller gaan, wist de ander hem altijd in te halen. We kozen voor veilig, weken nauwelijks van het pad af. Maar nu is het anders.

Ik loop zonder hem als gids, en hoewel ik echt het gevoel heb dat Jo me volgt, moet ik zelf kiezen waar ik heen ga. Ik merk dat ik nieuwsgierig word. Wat zou er op de andere paden zijn? Durf ik het aan om eens níét voor de veiligste weg te kiezen. Heb ik het lef om eindelijk een keer risico's te nemen? Onbevangen en avontuurlijk, gewoon zien waar ik uitkom? Het is zó niks voor mij.

Ik stippel altijd alles uit, wil zelfs op vakantie van tevoren weten waar ik elke nacht zal slapen. Erg voorspelbaar maar in elk geval veilig. Soms denk ik dat ik best wat meer avontuur zou willen. Ontdekken wat er verder nog is: steden en landen, maar misschien ook wel op persoonlijk vlak. Ben ik al te oud voor een studie? Of ga ik verder met schrijven? De laatste jaren waren zwaar, hebben me stilgezet. Zonder spijt ben ik vol voor ons gezin gegaan, ik zou het overigens zó  wéér doen. Er was al spanning en sensatie genoeg, zelfs op ons veilige paadje.

Maar nu... durf ik op deze kruising niet alleen voor de jongens te kiezen, maar ook voor mezelf? Ik heb geen idee wat ik wil, maar hoe mooi zou het zijn als ik daar op een onverharde weg achter zou komen? Als ik talenten in mezelf zou ontdekken die diep verscholen zijn? Als ik durf te vertrouwen op mijn toekomst in plaats van vast te houden aan het veilige verleden... durf ik dat allemaal in mijn eentje?

Want wat als ik verdwaal, liever terug wil naar de bekende weg? Of keihard wordt geconfronteerd met dingen ik eigenlijk toch liever niet wil. Heeft mijn ziel alweer genoeg eelt om mezelf op te kunnen vangen? Of loop ik dan onherstelbare schade op? Is er dan nog wel een mogelijkheid om terug te keren? Terug naar het kruispunt waar ik nu sta.

Ik blijf denk nog even hier, nog even moed verzamelen voordat ik in het diepe spring. Voordat ik het aandurf om mijn vleugels uit te slaan naar de onbekende toekomst. En áls ik het doe neem ik Johan zijn woorden mee als gids: ga je mee verdwalen? Ik weet de weg...

Lief leven

Ik zweef. Alsof ik word opgetild en behoedzaam vrij word gelaten, ver boven alles en iedereen. Onwennig spreid ik mijn vleugels en zoek naar een goede richting. Laat ik me meevoeren op de wind of vlieg ik uit alle macht tegen de wind in? Wil ik vooruit komen of terug naar het verleden?
Ik overzie alles. Ik zoek, maar wàt ik zoek laat zich niet vinden. Het geluid van de wind geeft slechts in een fluistering zijn naam. Hoeveel wolken ik ook passeer, nergens zit hij trots naar beneden te kijken. Terwijl ik voel dat hij me stuurt en dus wel ergens móet zijn...
Daarom blijf ik zweven.

Ik beef. De angst dat dit het is benauwd me soms. Stel dat dit alles is, die 40, 70 of misschien 100 jaar dat je hier op aarde bent... zonder vervolg, zonder gevolgen. Dat het stopt zodra je aardse lijf ophoudt te bestaan. Als je geest zich onzichtbaar vermengd met een ieder die ons is voorgegaan. Wat een doolhof moet dat zijn. Bijna een onmogelijke missie om je zielemaatje ooit nog terug te vinden in die wirwar van entiteiten... en dus blijf ik beven.

Ik geef. Bewust en onbewust, want is dat niet waar het om draait? Het delen van wat je hebt met elkaar? Je kennis, aandacht en liefde, zodat een ander daar ook weer mee verder kan. Ik geef, omdat ik er positieve energie van krijg. Daarmee geef ik dus niet alleen aan een ander, maar indirect ook aan mezelf. Daarom blijf ik geven.

Ik streef. Ik streef naar een wereld waarin geen onrecht is. Geen ziekte, armoede, oorlog en waarin niemand honger heeft of zich alleen voelt.
Gelijke rechten voor iedereen, hoe mooi zou dat zijn. Helaas lijkt dat voorlopig nog een utopie, maar volgens mij niet onmogelijk, en daarom blijf ik streven.

Ik leef. Ik leef een leven dat ik niet had voorzien. Een leven dat grote gelijkenissen heeft met het leven van vele anderen. Het gemis van Johan drukt elke dag nog een stempel op ons gezin, net zoals anderen door moeten met een lege plek. Maar hey, ik lééf. Door het verlies besef ik dat ik elke dag moet pakken. Doelen mag hebben en dromen achterna moet gaan. De dromen die we samen hadden en nieuwe dromen die ik krijg. Dat ben ik verplicht aan Jo en aan mezelf, zodat ook híj zo een beetje levend blijft. Dromen genoeg, ik ben nog lang niet klaar, en daarom.... blijf ik leven!




Januari


De eerste maand van het jaar, ik heb hem nooit begrepen. Je zou toch denken dat dat een leuke en gezellige maand moet zijn. Een feestje, omdat er weer met een schone lei kan worden begonnen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nou, ik heb nooit van januari gehouden en nu al helemaal niet meer.

Ondanks dat de donkere, kortste dag allang geweest is, lijken de dagen in januari nóg korter en donkerder. In december heeft bijna iedereen namelijk volop lichtjes hangen, waardoor de huizen gezelligheid en warmte uitstralen. De eerste week van januari worden die massaal weer opgeborgen, waardoor niet alleen het licht verdwijnt, maar ook het feestelijke gevoel. En dan zijn het óók nog eens 31 dagen...

Gek dat iedereen altijd denkt dat december extra lastig is als je een dierbare bent verloren. Misschien dat anderen het anders ervaren, maar ik vind januari een stuk moeilijker. Ondanks dat december niet alleen alle feestdagen omvat, maar ook nog eens Johan's sterfdag...

Dat zit zo: Begin december zijn er de sintkadootjes, gevolgd door lieve kaartjes van mensen die onze D-day wat draaglijker willen maken. Vlak daarna vallen de eerste kerstkaarten op de mat. Een extra kaarsje, extra knuffels, een kerstboom en heel veel kerstbrood later volgen er oliebollen en champagne. En dan... is het stil...
Geen kaartjes en knuffels, geen oliebollen of appelflappen meer. Al is het maar omdat het "vaste" goede voornemen nou eenmaal is, dat de overtollige decemberkilo's er weer af moeten.

Een dodelijk saaie maand ligt voor me. Daarbij komt óók nog eens dat ik gewoon niet van kou hou, en laat de winter nou tegenwoordig elk jaar een beetje later beginnen...
Komt er dus op neer dat de ellende nog moet beginnen. Want nee, ik ben niet gemaakt om op schaatsen te staan. Ik wil gewoon liever lopen. Eindeloze wandelingen door duin, over het strand of gewoon over straat, alleen dan wel zónder het gevaar finaal op mijn plaat te gaan omdat het ineens glad is...

Ik verlang naar de zomer, naar lange warme avonden, naar roséetjes op het terras. Toch weet ik ook hoe gevaarlijk "verlangen naar" is.
Je krijgt namelijk nooit wat je wilt, en door te verlangen naar iets, in het verleden of in de toekomst, vergeet je om te leven in het nú.

Dus ik vrees dat ik nog even moet doorbijten. Ik steek een paar extra kaarsen aan voor een beetje meer licht en bak wat appelflappen voor vanavond. Leven in het nú, elke dag een beetje. Dan wordt zélfs januari misschien toch nog gezellig...




maandag 1 april 2019

This time next year


We staan weer aan de vooravond van een nieuw jaar. Het derde volle jaar waarin jij lijfelijk geen deel meer uit zult maken van ons leven, maar waarin jij ongetwijfeld toch ook weer een rol zult spelen. Alleen al vanwege het feit dat jij een betere versie van onszelf hebt gemaakt.

Ik kijk terug op een totaal ander jaar dan 2017. Toen dat jaar begon, stond ik aan het begin van mijn nieuwe leven. Een leven waar ik nooit voor heb gekozen, een leven dat ik eigenlijk niet wilde. Belangrijkste doel was overeind blijven en mezelf vasthouden aan wat er nog wél was. Klinkt allemaal heel makkelijk en voor buitenstaanders leek het me misschien ook makkelijk af te gaan, maar neem van mij aan dat schijn bedriegt. Ik had een blauwe kont van alle schoppen die ik mezelf onder mijn reet heb gegeven. Constant mezelf voorhouden dat er nog zoveel wél was. Prachtig natuurlijk, maar soms voelde het gewoon niet zo. En dan voelde ik me schuldig en ondankbaar. Complete onzin natuurlijk, maar logisch nadenken is vaak erg lastig als je rouwt.

Dit jaar zou ik het anders doen. Ik zou liever worden voor mezelf, beter zorgen voor mijn lijf en mijn onbekende wereld gaan ontdekken. Wat vind ík leuk en belangrijk? Wat zou mijn nieuwe doel zijn, mijn nieuwe uitdaging, waar zou ik energie van krijgen?
Of het me gelukt is? Zeg het zelf maar...

Ben ik liever voor mezelf? Ja en nee. Ik ben nog steeds teveel bezig met hoe het hoort, daarmee leg ik mezelf onnodig veel druk op. Ik kan daarentegen nog steeds wel vol genieten van kleine geluksmomenten. Of dat nou een heerlijke wandeling is, een gezellige lunch met lieve mensen of de scherpe humor van de jongens.
De weegschaal geeft inmiddels acht kilo minder aan dan het begin van het jaar. Dus dat is ongetwijfeld beter voor mijn lijf. So far so good...

En dan de uitdaging. Nou die heb ik wel gehad. Sterker nog, ik ben een compleet nieuwe wereld ingestapt, met al mijn angst en onzekerheid.
Ik heb gewoon een prachtig boek uitgegeven! Hoe vet is dat! De belofte die ik Johan heb gedaan, dat hij nóóit vergeten zal worden, heb ik hiermee in één klap ingelost. Heb ik de lat hoog gelegd? Ja best wel, ik had aardig wat eisen omtrent de vormgeving en verkoopprijs.
Ik heb er nachten van wakker gelegen, geen bloed maar wel zweet en heel veel tranen.
En toch, het was het allemaal dubbel en dwars waard.

Maar nu, wat zijn mijn doelen in 2019? Ik hoop wat minder druk vanuit mezelf. Deel twee van het boek is bijna geschreven, wat op zich al wat rust geeft.
Eind van komend jaar hoeft de weegschaal maar 4-5 kilo minder aan te geven, ook daar dus wat minder focus op.
En verder ga ik het wel zien. Open en onbevangen probeer ik het nieuwe jaar te omhelzen, het leven te leven en kansen te pakken die me worden geboden. Een deel van mij is nog steeds bang voor onbekende wegen. Ik ga proberen om die angst het hoofd te bieden. Vastbesloten om er een mooi jaar van te maken.

Ik wens jullie hetzelfde toe voor het nieuwe jaar. Leef het leven uit liefde voor jezelf met oog voor een ander.
Of het me gelukt is horen jullie,
This time next year!



The Christmas Station


Ken je dat? Zo'n situatie waarvan je denkt: "Hey, dit heb ik al een keer gedaan of beleefd". Een déjà vu waarbij je zelfs weer het gevoel ervaart wat je eerder al hebt ondervonden.
Ik had het laatst. Gewoon op een doordeweekse dag, het was nog net november.

Ik reed op een weg die ik denk wel honderdduizend keer heb gereden. Zo'n weg waarvan je elk bochtje en hobbeltje blindelings weet te vinden. De weg die ik moest nemen als ik naar het ziekenhuis ging. De weg ook, die ik hoe dan ook moet nemen als ik vanuit het dorp richting de snelweg moet. Normaal heb ik er dan ook geen moeite of specifieke associaties mee.
Tot vorige week.

Ik draaide de eerste rotonde op en daar was het, die éne jingle op de radio wierp me twee jaar terug in de tijd. Dat ene gezongen zinnetje "all your favorite christmas-songs... Sky Radio..." maakte dat
ik het stuur net even wat steviger vastpakte. Ik voelde in één klap zoveel spanning in mijn lijf.
Ik had dit al een keer beleefd, dat ik precies hiér reed en dit hoorde op de radio. Ik weet ook nog exact wanneer dat was...

Het was 8 december 2016,  tien voor tien in de ochtend. De nacht ervoor hadden we bij Johan gewaakt, en terwijl Bart en Luuk naar school mochten, reed ik snel naar huis voor schone spullen. Voorbereid om eventueel weer een nacht te waken. Precies op deze plek hoorde ik toen ook die jingle.

Ik weet nog dat ik me op dat moment af vroeg hoe onze kerst er dat jaar uit zou gaan zien. Johan was zo ziek.... zou dit mijn laatste rit naar het ziekenhuis zijn dat Johan nog in leven was? Zou ik op de terugweg al weduwe zijn? Ik probeerde me te focussen op de muziek, want inmiddels liepen de tranen over mijn wangen. Net als vorige week ook weer het geval was. We weten allemaal hoe die dag afliep. Hoe ik vijf kwartier na dit ritje, te horen kreeg dat er niets meer gedaan kon worden. Dat mijn angst van die ochtend nog geen zes uur later werkelijkheid werd. Op weg naar huis was ik inderdaad weduwe. Die status heb ik inmiddels twee jaar en het went nog steeds niet.

Het brengt me terug in de realiteit. Want behalve dat, ben ik ook nog steeds moeder van drie jongens die thuis op me wachten. Intussen zingt Chris Rea "Driving home for Christmas" en zachtjes neurie ik mee.
Driving home for Christmas....dat is precies wat ik nu ga doen...

Afbeeldingsresultaat voor naar de horizon rijden

Stralend

En dan is het weer december. Een maand die mijn hele leven symbool heeft gestaan voor plezier, feest en warmte. Elk jaar het vieren van Sinterklaas, Kerstmis en Oudjaar. Elk jaar de pret bij het maken van surprises en rijm. Vlak daarna het opzetten van de kerstboom waarmee de toon  meteen gezet was. Warmte, licht en samen zijn. Elk jaar opnieuw...

Ja zelfs toen je ziek was. Kwam niet aan december, tradities die zijn er om in ere te worden gehouden. Alsof het zo moest zijn ging het tijdens je ziekte juist in december best wel goed. In 2014 kregen we een behoorlijk goede uitslag na een rete-spannende scan. In 2015 was je half december klaar met je tweede chemoserie. 2016 zou óns jaar worden! Niets wees erop dat het tegen zou zitten.
December is qua gevoel compleet overhoop gegooid. Niet voor even, maar voor altijd.

Er is namelijk een gitzwarte dag verschenen, gewoon midden tussen alle feestelijkheden. Een dag die een sluier legt over elke surprise en elke kerstboom. Jij, die zo van december hield, moest vlak na de Sint de strijd opgeven. In 2016, wat betekent dat dat "al" twee jaar geleden is. Twee jaar!

Beelden van jouw laatste dagen spoken de hele week al door mijn hoofd. Ze zijn op mijn netvlies gebrand, alsof het de dag van gisteren is. Samen de kadootjes inpakken in het ziekenhuis, twee keer per dag op de hometrainer en drie keer per dag twee rondjes lopen door de gang. Het was je enige uitje, de enige reden om uit de isolatiekamer te mogen. Het filmpje dat je op de hometrainer fietst heb ik al honderd keer gekeken. Je oogverblindende lach, je liefde voor ons, het spat er vanaf. Het geeft me kracht, een glimlach, maar net zo goed tranen.

Wie had kunnen denken dat het een week later voorbij zou zijn. Helaas zijn de herinneringen van de laatste dag minder fraai. Ik krijg ze niet weg. Het is een pijn die constant opspeelt. Jou los moeten laten is veruit het allermoeilijkst dat ik ooit heb moeten doen.

Net zoals het verdomd moeilijk is om nu nog "gewoon" de decembermaand te vieren.
Toch probeer ik me ertoe te zetten. De Sint is weer geweest, compleet met rijm en zelfgemaakte speculaastaart. Deze week zal de kerstboom weer gezelligheid gaan brengen met honderden kleine lichtjes. De kaarsjes branden in overvloed en er is alweer één grote vuurpijl besteld.
Maar eerst is er nog die vreselijke dag, 8 december zal nooit meer hetzelfde zijn.

De zwartste dag van het jaar, hoeveel lichtjes ik ook creëer.
Het enige lichtpuntje is jouw stralende lach vol liefde...





donderdag 28 maart 2019

Scheiden versus overlijden




Naar aanleiding van reacties op een eerdere blog, ga ik het hebben over verschillen én wellicht overeenkomsten tussen scheiden en overlijden. Ik kan me natuurlijk persoonlijk niets voorstellen van een scheiding. Scheiden was bij ons nooit aan de orde, dus wat ik hier schrijf, is volledig gebaseerd op hoe ik het me voorstel. Zonder oordeel, puur hoe ik het persoonlijk zie.

Ongetwijfeld "mis" ik essentiële gevoelens die bij een scheiding komen kijken. Ik ben daarentegen een ervaringsexpert op het gebied van overlijden, alhoewel dat ook gevaarlijk is. Want hoe je het ook wendt of keert, hoe cliché het ook mag klinken, elk geval staat op zich. Geen huwelijk is hetzelfde, dus ook het gevoel na een scheiding of overlijden kan per persoon verschillen. Er zullen ongetwijfeld fases zijn waar iedereen doorheen gaat, maar of dat echt zo is, weet ik ook niet zeker.

Stel dat je al jarenlang een heel slecht huwelijk had. Dat je je gevangen voelde, of niet begrepen, of gewoon doodongelukkig. Dan kan ik me voorstellen dat je uiteindelijk opknapt van een scheiding. Dat je naast het verdriet dat je hebt, je was namelijk ooit stapel op die man/vrouw, er ook een bepaald gevoel van opluchting komt. Natuurlijk heb je dan ook te maken met gemis. Alleen is dat weer een heel ander soort gemis, dan dat van iemand die dacht een goed huwelijk te hebben, maar wiens partner daar anders over bleek te denken. Dat komt naar mijn idee dichter bij het verdriet zoals je dat hebt na een overlijden. Van de een op de andere dag overal alleen voor komen te staan. Ongewild, onbedoeld en onaangekondigd.

Dan heb je natuurlijk ook nog verschil in (wijzen van) overlijden (s) onderling. Het één is niet erger dan het ander, maar als iemand plotseling overlijdt, ben je naast je verdriet ook nog eens compleet in shock. Je hebt je er totaal niet op kunnen voorbereiden. Uit ervaring zeg ik dat een lang ziekbed ook slopend is. De onmacht en het verdriet van wéten dat je liefste dood zal gaan.  Maar in zo'n geval is het overlijden onvermijdelijk en kun je, althans wij konden dat, ook "blij" zijn dat hem verder leed bespaard is gebleven. Alles was gezegd en geregeld. Het rouwen en afscheid nemen was al langere tijd bezig in ons hoofd, waardoor de grote shock uitbleef.

Hoe de naasten hun leven weer oppakken, heeft daar dus heel veel mee te maken. Zowel na scheiden als na overlijden. Nadeel van een scheiding is dat de beide partijen in het begin vaak de beste bedoelingen hebben, maar dat dat na verloop van tijd toch verandert. Nadeel van overlijden is dat de partner er daarna alleen voorstaat. Voordeel van een scheiding is dat de kinderen nog steeds een vader én moeder hebben (ook als het niet zo soepel loopt). Voordeel van het overlijden is dat de jongens altijd bij mij zijn.

Vertel me alsjeblieft dat jullie hier geen woord van geloven. Geklets natuurlijk! Niets voordeel of nadeel. Het is allebei gewoon zwaar waardeloos! Je neemt allebei afscheid van de "en-we-leven-nog-lang-en-gelukkig" droom. En dat doet zeer. Heel zeer. Sommigen durven het aan om nieuw geluk toe te laten, en een ander moet er niet aan denken! Maar is dat fout? Nee! Er is namelijk geen goed of fout in verdriet. Verdriet is geen wedstrijd, maar verdriet is gevoél en dat is voor iedereen anders. Laten we elkaar gewoon steunen zonder te oordelen. Bedenk dat je heel blij mag zijn niet in zo'n situatie te zitten. Want verdriet is niks meer dan keihard overleven.



Gerelateerde afbeelding




Zilveren feest

Hoe vier je een feestje dat je eigenlijk niet meer kunt vieren? Hoe hang je slingers op die je halverwege de weg verloren bent? Hoe kom je de dag, dat je 25 jaar getrouwd bent door, als je liefste er niet meer is? Het is een scenario waar je eigenlijk nooit bij stil staat en waar je zéker geen rekening mee houdt.

Ik zal het jullie nog sterker vertellen;
We hebben altijd elk jaar van ons trouwen gevierd, gewoon gezellig met een bakkie en 12,5 jaar met een feestje. Maar bij 20 jaar zei Jo ineens: " Laten we gezellig met onze ouders uiteten gaan. Aangezien ze al wat ouder worden, is het maar de vraag of ze ons 25 jarig huwelijk nog mee gaan maken...". Gezien het feit dat hun leeftijd op dat moment al varieerde van 74 tot 83 was dat geen absurde gedachte, vijf jaar is dan nog best een eind. Johan was op dat moment nog niet ziek, het leven lachte ons nog van alle kanten toe. Wie had toen kunnen voorspellen dat niet één van onze ouders, maar Johan zelf de grote afwezige zou zijn op ons zilveren huwelijksfeest? Dat bedenk je toch niet?

Het is niet iets wat alleen confronterend is op de dag zelf. Dit hele jaar gaat het al door mijn hoofd; normaal zouden we nu een feestje aan het plannen zijn. Ik herinner me de voorpret nog zo goed van toen mijn eigen ouders 25 jaar getrouwd waren. Stiekem geld sparen en kado's regelen. Het werd een hele happening die ik me nu, dertig jaar later, nog steeds herinner. Hoe anders is het voor mezelf, en voor de jongens. Ze hoeven niets te bedenken, geen kado's te kopen, geen huis te versieren. Want ook al is het maandag 25 jaar geleden dat we elkaar ons Ja-woord gaven, de teller is blijven steken op 23.

En toch, tóch ga ik deze dag niet overslaan. In plaats van vieren gaan we het gedenken. Ten eerste omdat ik mijn huidige leven, met onze jongens, te danken heb aan die dag. Ten tweede omdat het zo goed als zeker is dat ik de 25 jaar getrouwd nóóit meer mee zal maken. Daar hoef je geen hogere wiskunde voor gestudeerd te hebben.

Dus gedenk ik wat niet meer te vieren valt en leef ik voor hèm, zoals hij dat zou hebben gewild. Zodat ik, als onze vrienden deze dag beleven, ook terug kan denken aan "ons feestje". Want zulke feestjes steken als een mes in mijn hart, terwijl ik het hen tegelijkertijd zó gun. Alleen is de afwezigheid van Johan juist dan echt vreselijk.
Ik herdenk in liefde wat ik niet meer echt kan vieren, om de herinnering aan wat wás levend te houden. Omdat het verleden de basis is geweest voor mijn heden, en hopelijk voor een lange toekomst!
26 November 2018, een speciale dag met een zilveren randje...

Sttt

Hoe raar kunnen sommige dingen lijken. Hoe vreemd kijken we soms tegen dingen aan. We leven allemaal een zelfde soort leven, beginnen bij onze geboorte allemaal op nul. Daarna zijn er verschillende factoren die onze levens vormen.

Toch houden we het liefst de schijn op dat óns leven geweldig is. We delen vooral de leuke dingen en de mooie momenten. Hoe geweldig we onze baan vinden, hoe spetterend onze feestjes zijn, hoe waanzinnig ons huwelijksfeest wel niet was en vooral hoe succesvol we zijn. Daarna schreeuwen we van de daken dat we een kind verwachten, dat volop in de spotlights komt. Zolang het maar goed gaat delen we alles. Succesverhalen doen het nou eenmaal goed op feestjes.

Trots is een van de emoties die daar aan ten grondslag ligt. Niks mis mee hoor, ik word zelf ook blij als ik het geluk van anderen zie en maak anderen ook deel van mijn mooie momenten. Maar dan, als er iets niet gaat zoals het perfecte plaatje vereist, is het stil. Alsof de wereld niet mag weten dat niet álles vlekkeloos verloopt. Een zwangerschap die eindigt in een miskraam, verlies van een baan, maar ook als iemand ernstig ziek wordt en uiteindelijk overlijdt. Dat overlijden kun je niet geheim houden, maar dat rouwen van de nabestaanden...

Er komt ineens een hele andere emotie om de hoek. Niet alleen bij degene die het overkomt, maar ook bij veel mensen eromheen. Het perfecte plaatje klopt niet meer, hoe succesvol we ook waren, hoe fantastisch ons leven ook was. Er is een groot gevoel van onmacht en bij sommigen misschien ook wel schaamte. Want hoe vertel je dat jij, jij die altijd zo hoog opgaf over je geweldige baan, nu ineens zonder werk zit? Wat zullen de mensen wel niet denken...

Het verdriet van iemand in de rouw kunnen we ook maar moeilijk handelen. Het laat je nadenken over je eigen sterfelijkheid en die confrontatie is hard. Terwijl de enige garantie die je krijgt als je wordt geboren is, dat je uiteindelijk weer een keer doodgaat. Het komt dus ook onherroepelijk op jouw pad. Waarom zou je je verdriet dan niet mogen uiten, waarom horen we liever niet dat de nabestaanden het vaak moeilijk hebben. Omdat het niet in het perfecte plaatje hoort? Omdat het duidelijk maakt dat het leven niet altijd een feestje is?

Ik hoop dat we daar eens vanaf gaan stappen. Dat we áltijd open en eerlijk naar elkaar kunnen zijn. Of we onszelf nou fijn en gelukkig voelen of eens een periode niet. Want alleen dan kunnen we elkaar steunen, juist dát maakt het leven rijker en echter. Verdriet is geen taboe, verdriet is een emotie. En wat is nou mooier dan jezelf kunnen zijn in geluk én verdriet, zonder oordeel en zonder schaamte...

woensdag 27 maart 2019

Mag het al?

Ik voel me de laatste tijd een beetje raar. Op zich is dát al raar: Gewoon het feit dat ik weer wat voél. Nog gekker is het, dat ik emoties voel die lange tijd uit mijn systeem vandaan waren.
Of die ik misschien had uitgeschakeld, omdat het niet hoorde. Omdat ik ergens bang was dat 'men' het niet gepast vond. Want rouwen is nog niet zo makkelijk.

De uitdrukking "de beste stuurlui staan aan wal", gaat hier dan ook wel een beetje op.
Er zijn, bewust of onbewust, best wat verwachtingen van de rouwende. Zo vindt iedereen het maar gek als er binnen een aantal maanden alweer een nieuwe relatie wordt aangegaan. Maar als het vijf jaar duurt wordt het wel een keertje tijd. Daarmee lijkt het een beetje op de periode dat je kinderen krijgt. Ben je binnen een half jaar na de geboorte van je eerste kind alweer zwanger, wordt er gezegd: "Zo, die heeft ook niet stil gelegen". Maar als je ukkie drie wordt en je nog niet zwanger bent, vragen ze gerust of het nog geen tijd wordt voor een tweede. Hallo, mag je dat lekker even zélf bepalen?

En dat is nu ook. Gelukkig maar dat er in onze cultuur geen ongeschreven regel geldt, dat je een bepaalde periode in het zwart gekleed moet gaan. Ten eerste staat zwart me absoluut niet, en ten tweede wil ik graag zelf bepalen wat ik aan trek. Bovendien kan kleding best veel verschil maken in hoe je voelt. Nee, aan de juiste verwachting voldoen valt heus niet altijd mee.

Zo is een overlijden is absoluut niet grappig. Maar vanaf wanneer is het dan weer geoorloofd om te lachen? Of om een liedje mee te zingen? Ik hoop niet dat er mensen zijn die denken dat het dan wel weer zal gaan. Want een liedje neemt je verdriet niet weg. Een flinke lachbui laat je echter wel je zorgen vergeten, al is dat ook maar voor heel even. De eerste keer dat ik in de auto zat en meezong met de radio had ik dat in eerste instantie niet eens door. Toen ik het me realiseerde schrok ik me kapot.  Hoe kon ik nou zingen, nog geen week na Johan zijn overlijden?

Wellicht heeft het wel een reden, een doel. Want is er wel een goed moment? Als het nu niet mag, wanneer mag het dan wél? Hetzelfde geldt voor dankbaarheid. Hoe kan ik dat nou voelen? Nee ik ben niet dankbaar voor wat er is gebeurd, maar wél voor wat we hadden en voor wat er nog over is! En nu komt daar ook nog eens trots bovenop. Ongeacht of mensen dat gepast vinden of niet.

Want niet alleen ben ik trots op hoe de jongens de draad weer op pakken, maar ook op mezelf. Trots, dat ik de band binnen ons altijd al mooie en sterke gezin in stand weet te houden. Trots, dat ikzelf óók mijn best doe om weer iets van het leven te maken. Maar vooral omdat ik ervoor gezorgd heb dat mijn lieverd nooit vergeten wordt. Dat zijn positieve kracht zelfs ná zijn overlijden nog mensen kan inspireren. En Jo? Die kijkt met een big smile toe hoe wij dat voor elkaar krijgen...



Forever young

Het is weer zover. Ondanks dat ik dacht dat ik er op voorbereid was, ondanks dat het soms best redelijk met me gaat, heeft het me toch weer in zijn greep. Zelfs het dagje sauna heeft me maar heel even "Zen" gemaakt.

Het is er haast ongemerkt weer ingeslopen, heel langzaam is het monster van angst weer ontwaakt. Stukje bij beetje grijpen de tentakels steeds verder om zich heen. En dat alles komt door deze periode in het jaar. Voor velen zijn het slechts data, net als alle andere. Voor mij betekent elke dag in deze periode een herinnering. En dan meestal geen fijne...

Het begon op 25 augustus 2014, de dag dat we naar de dokter gingen. Vervolgens de dag van de definitieve uitslag, de eerste chemo en tussendoor alle dagen van angst. September 2015 stond opnieuw in het teken van chemotherapie. Gelukkig was toen ook ons tripje naar Rome,
waardoor ik nu ook nog eens een leuke herinnering krijg van facebook. September 2016 luidde het begin van het einde in. Al met al niet echt de prettigste periode om op terug te kijken, wat zich bij me uit in onrust. Een naar, onbestemd gevoel in mijn buik, waar ik zelfs hoofdpijn van krijg.
De herinneringen zijn niet namelijk het enige pijnlijke, er is nog meer...

Half september ben ik jarig, en wat eigenlijk een mooie dag moet zijn, voelt dit jaar dubbel pijnlijk. Ik word namelijk 46. Johan werd helaas niet ouder dan dat.
Ik besef heel goed dat ik hem qua leeftijd nu in ga halen. De laatste verjaardag die híj nog heeft mogen vieren, terwijl ik ervan uit ga dat ik nog even door kan. Het doet zeer en het voelt vooral oneerlijk.

Ik kan niet stoppen met leven nu hij er niet meer is, maar doorleven doet zo verdomd zeer. Zeker op dit soort momenten. In mijn herinneringen zal hij altijd blijven zoals hij was, niet alleen in zijn doen en laten, maar ook in zijn uiterlijk en leeftijd. Ooit ben ik misschien 65 en zie ik hem nog steeds als 46 jarige. Hoe mooi zou hij oud geworden zijn? Zijn, nu al licht grijzende, slapen zouden ongetwijfeld nog grijzer zijn geworden en zijn lijf wellicht wat strammer. Maar zijn stralende lach zou nooit verdwijnen net zo min als de lichtjes in zijn ogen.
Wat had ik het graag willen zien...

Voorlopig word ik 46, wie weet hoeveel jaren mij extra gegeven worden. Ik ga mijn best doen om te blijven léven. Ook als ik oud word, grijs en verkreukeld.
Ik weet namelijk zeker dat Jo wil dat ik het positief bekijk.
Met zijn stralende lach en ogen vol pret hóór ik hem bijna zeggen:
Lieve schat, hoe oud je ook mag worden, je houdt altijd een lekkere jonge vent...








Geloof jij in rouw, of rouw jij in geloof?


Wat voor effect heeft rouw op je geloof? Een lastig onderwerp, niet iedereen gelooft namelijk in een God. Ongeacht welke God dat dan ook zou mogen zijn. Het ligt er maar net aan in welk gezin je word geboren en in welk land.

Ik werd geboren in een praktiserend katholiek gezin. Met een opa die koster was, groeiden mijn ouders op in een tijd, waarin je zo'n beetje dagelijks naar de kerk ging. Zover ging het bij ons dan niet meer, maar ik vond het van kinds-af-aan heel vanzelfsprekend dat er een God was. Waar en hoe die er dan uit moest zien, daar dacht ik niet over na. God was voor het goed en kwaad, een grote vriendelijke reus die de boel hier op aarde in de gaten hield. Ik vond dat ook wel een fijn idee. Als er namelijk een God was, dan was er óók een hemel. En daarmee ook nog een soort leven na de dood. Zolang ik niks schokkends meemaakte hield ik me daar dan ook aan vast. Als ik hier beneden mijn best deed om een goed mens te zijn en God deed zijn werk vanuit de hemel, was het allemaal zoals me van huis uit was meegegeven.

Tót het moment dat er een paar afschuwelijke dingen gebeurden, in ons eigen leven en in het leven van mensen om ons heen. Het noodlot trof mensen, en zelfs kinderen, die anderen geen vlieg kwaad deden. Ziekte, ongelukken, dood... wacht even... dat was toch niet de afspraak! Wij hielden ons netjes aan ons deel, hoe kon dit dan gebeuren? Voor het eerst in mijn leven wankelde ik, kreeg ik vraagtekens en ging ik dieper nadenken over de zin van ons bestaan. Ook vroeg ik mezelf af of het wellicht een straf was. Want ook al probeerde ik mijn best te doen als mens, ik ging niet meer wekelijks naar de kerk. Ik was er in de loop der jaren van overtuigd geraakt dat geloven niet alleen in de kerk hoefde. Zou lekker worden, klooi je de hele week maar wat aan, maar omdat je dan op zondag in de kerk zit ben je goed bezig. Dat gaat er bij mij niet in.

Na Johan zijn overlijden heb ik een poosje helemaal niets gevoeld en wist ik ook niet meer wat ik moest geloven. Rouwen maakt je leeg, verdrietig en kost enorm veel energie. Maar toch...
Ergens kreeg ik kracht om door te gaan. Iets of iemand ging voor ons uit met een klein lichtje om de weg te wijzen.Zou die God dan toch bestaan?
Het is zo makkelijk om je geloof te verliezen in lastige tijden. Uiteindelijk hóóp ik nu vooral dat er een God is, in welke gedaante dan ook. Want als die God er is, is de hemel er ook vast. En wanneer ik dan als goed mens blijf leven, kom ik Johan ooit weer tegen.

Het waarom van veel dingen zullen we wellicht nooit kunnen achterhalen, maar misschien zegt deze zin (uit het gedicht van de rouwkaart) wel alles:
"God broke our hearts to prove us, he only takes the best"...
Dus zeg het zelf maar.
Geloof jij in rouw, of rouw jij in geloof?



dinsdag 26 maart 2019

Boekjeswijsheid

Boeken over rouwverwerking, je word er bijna letterlijk mee doodgegooid. Moet je voor de grap eens "boek over rouw" googlen. Talloze suggesties komen naar voren. Je kunt zelfs gespecificeerd kiezen uit  rouw na verlies van je partner, vader, moeder, kind, broer of zus... duizenden boeken die voor het merendeel zijn geschreven door psychologen. Mensen die ervoor gestudeerd hebben en denken enige vorm van logica te hebben gevonden in het rouwproces. Er wordt gedacht dat iedereen op de een of andere manier door vijf fases heen gaat. Te weten: ontkenning, boosheid, het gevecht aangaan, depressie en aanvaarding.

Vijf redelijk logische fases na een verlies, maar ik herken mezelf er totáál niet in. Ongetwijfeld komt dat door het feit dat er een ziekbed aan het overlijden vooraf is gegaan.
Johan was ziek, doodziek. Zijn overlijden kwam dan wel onverwacht snel, maar ik heb nooit in een ontkenningsfase gezeten. Het was meer een onvermijdelijk gevolg van jarenlang knokken. Er viel gewoon niks te ontkennen. Hij vocht, vocht nog harder en verloor. Niks meer en niks minder.

Boos ben ik ook niet geweest. Op wie zou ik dan boos moeten zijn? Iedereen heeft zijn uiterste best gedaan. Dit was geen geval waarbij je een schuldvraag bij iemand neer kunt leggen. Stomme pech, het maakte me niet boos maar wel heel verdrietig. Het gevecht aangaan is wel enigszins herkenbaar voor me. We vochten al zo lang. Eerst tegen de dood, daarna voor het leven. Het leven met een gemis.  Hoewel ik dat niet eens vechten vind. Het was meer een zoektocht. Op zoek naar een nieuwe balans binnen het gezin, maar ook naar een aanvaardbare weg in je leven. En ook al denk ik dat ik op de goede weg ben, de toekomst moet nog leren of dit ook geen dood spoor is.

Misschien komt het omdat ik de eerste fases niet echt ben doorgegaan, maar ik ben nooit depressief geraakt. Gelukkig maar, want dan wordt rouwen helemaal een flinke kluif. Het omdenken, blijven zien wat er nog wél is in plaats van alleen te kijken naar wat je mist, is daar denk wel belangrijk in geweest. Dealen met de ellende op het moment dat het gebeurt, ook. Je kunt kalmeringspillen slikken tot je een ons weegt, maar je verdriet moet er ooit toch een keer uit. Dan maar dwars door de pijn heen. Daardoor weet ik alles nog steeds redelijk goed en heb ik niet het gevoel dat ik een jaar "kwijt" ben.

Of het de juiste weg is weet ik ook niet, maar het heeft mij juist sterker gemaakt. Verdriet toelaten op het moment van tegenslag. Met als mooie tegenhanger dat je dan dus óók  geniet als het moment dat wél  toelaat. Yin en Yang. Gevoel is een weegschaal die in balans moet blijven. Dan de laatste fase, die van aanvaarding. Volgens mij is dat een hele belangrijke. Eentje waar je eigenlijk als eerste doorheen zou moeten gaan.

“Accept what is, let go of what was, and have faith in what will be.” Stel jezelf zo snel mogelijk de vraag: kan ik iets aan de situatie veranderen? ( Nee!)Wie help ik ermee als ik niet uit deze put kom
( Niemand!), komt hij terug als ik nooit meer iets leuks doe of lach?( Nee!) Door behalve verdrietig te zijn ook nog eens iets leuks te doen, hou je de weegschaal in balans. En natuurlijk is dat niet makkelijk, soms is het verdriet overweldigend en de balans in één klap door naar de verkeerde kant. Maar het is wat het is... ook al wil je het niet.
Door dat te accepteren maak je het leven draaglijk, voor anderen maar vooral voor jezelf.

Of het altijd zo makkelijk is betwijfel ik. Zo zijn er talloze scenario's waarbij ik me boosheid en woede volledig kan voorstellen. Hetzelfde geldt voor de dagelijkse strijd. Herkenning, tips en bevestiging uit de boekjes kunnen een leidraad zijn om je kracht weer te vinden. Aanvaarding is uiteindelijk wel bij iedereen het ultieme doel. Het verlies verweven met je dagelijkse leven. Niet omdat je dat nou zo graag wil, maar omdat je wéét dat je wel door zult moéten.
En laat je daar heb je nou net geen boekje voor nodig hebben...



The circle of life


Gezien het feit dat ik a-sportief ben, maar toch beweging nodig heb, probeer ik elke avond een rondje te lopen. Vijf, acht of tien kilometer, door de duinen of gewoon een rondje dorp. Als er aan het eind van de dag maar minimaal zo'n 11.000 stappen op de teller staan.
Vanavond viel het me op hoeveel bladeren er alweer van de bomen zijn gevallen. Een teken dat de zomer over zijn hoogtepunt heen is en de herfst over niet al te lange tijd zijn intrede zal doen. Moeiteloos vloeien de seizoenen in elkaar over, maling hebbend aan de officiële data waarop het jaargetij verandert.
Ik realiseerde me ineens dat het met rouwen ook een beetje zo werkt. Niet dat het keurig afgebakende termijnen van drie maanden zijn hoor, was het maar zo'n feest. Dan zou je er na een jaar namelijk klaar mee zijn. Toch kan ik voor mezelf de seizoenen er wel uithalen.

Ik beschouw ons huwelijk dan voor het gemak even als de zomer. Warm, strak blauwe hemel, weinig regen... een soort zomer als we dit jaar hebben gehad. Eén flinke storm kondigde echter de naderende herfst aan. De hemel brak letterlijk open en met wind, donder en bliksem verloren onze prachtige groene bomen, hun eerste blaadjes. In het begin konden we ze nog aardig bij elkaar harken, om de tuin zo mooi mogelijk te houden. Maar al snel was de ene storm nog niet voorbij of de volgende kwam alweer. De regen, vermengd met onze tranen, spoelde het laatste restje zomer weg.

Het was herfst, en al snel voelden we dat het voor Johan nooit meer voorjaar zou worden. Een herfst die 2,5 jaar zou duren. Al die tijd hoopten we op nieuwe jonge blaadjes, eerste tekenen van nieuw leven. Maar in plaats daarvan werd de grootste boom in onze mooie tuin geveld door een orkaan. Een storm, die al het overgebleven leven lam legde, alle bomen en struiken ontdeed van het laatste beetje groen.

En daarna was het stil. Stil en koud. Zoals het begin van een ijzige winterdag. Ik weet nog, dat ik gek genoeg ook rust ervoer. Die allesvernietigende storm had niet alleen het leven van onze liefste genomen, maar ook dat enorme pak zorgen en onrust van onze schouders geworpen.
De lucht werd langzaamaan weer lichtblauw met een waterig zonnetje. Of misschien kwam dat waterige wel door onze tranen. Als onze tranen konden bevriezen hadden ze er de Elfstedentocht op kunnen schaatsen.

Toch krabbelde de temperatuur ongemerkt op van -10 naar boven nul. Wanneer het precies gebeurd is weet ik niet, maar het lijkt erop dat de koude winter inmiddels zachtjes over is gegaan naar de lente. Ondanks dat er op de lege plek in de tuin nooit meer iets zal groeien, lopen de andere bomen weer uit. Onze tranen van verdriet voeden de grond, en gecombineerd met de warmte van de mensen om ons heen begint er weer wat groen doorheen te komen. Tranen van verdriet, als de mest voor nieuw leven. Ik hoop dat de tranen van het lachen er voor zullen zorgen, dat we ooit weer volledig in bloei zullen komen te staan.
In een eindeloos durende zomer...



Weet je nog

Weet je nog, al die keren? Al die keren van ons samen?
Die keer bijvoorbeeld, dat we net Bart hadden en zaten te fluisteren in huis, omdat we dachten dat we zachtjes moesten doen? Of die keer dat jij uit je werk kwam, en dacht dat Luuk de tekening had gemaakt die op het prikbord hing, maar het kunstwerk van Mark afkomstig bleek te zijn?
Of die keer dat je pannenkoeken stond te bakken voor de hele klas, als traktatie voor de verjaardag van een van de jongens? Of die keer dat Luuk zó blij was dat je thuiskwam dat hij in zijn enthousiasme met zijn speelgoedhark op de motorkap van de buren sloeg?
Weet je nog...?

Ik weet ze nog. Ik weet er nog veel meer...
Gelukkig weten onze gasten ook nog veel van die weetjes.
Want dit zijn de dingen waarop we door moeten. Soms lijkt het er misschien op dat we alleen de leuke dingen onthouden hebben. Maar eerlijk waar, het feit is dát er bijna alleen maar leuke dingen waren. Bij elke herinnering zie ik steevast een enorme grijns op je gezicht.
Al die ontelbare keren die gegraveerd zijn in mijn geheugen. Die me voor altijd zullen herinneren aan mijn eerste leven, óns eerste leven.

Want dát is wat een beetje speelt momenteel in mijn hoofd. Er is een leven voor en een leven na. Dat leven vóór beviel me prima, dat had gewoon voor altijd door mogen gaan. Juist omdat dat zo goed was, valt het leven ná niet makkelijk in te vullen. Niets, maar dan ook niets kan de lege plek die jij achterliet invullen. Het is zoeken naar een nieuw doel. Het doel uit ons leven vóór is namelijk niet meer haalbaar. Maar hoe vind je een nieuwe uitdaging, als je bijna 30 jaar tevreden was met hoe het ging?

Ik kan me heel goed voorstellen hoe kinderen in de derde van de middelbare school zich moeten voelen. Een richting kiezen. Een keuze maken die bepalend is voor de rest van je leven. Want door voor het één te kiezen doe je veelal de deur voor iets anders dicht. Ik wil niet kiezen. Misschien ben ik gewoon bang om de verkeerde keuze te maken. Al ben ik er ook wel van overtuigd dat jij me dan een teken zult geven. Net zoals ik me gesteund voel door kleine tekens die je geeft als ik wél goed kies.

Ik wil óók niet kiezen omdat ik geen leven ná wíl. Ik wil gewoon het oude terug.
Mag dat ook? Mag ik kiezen voor het leven vóór? Een leven vol met "weet-je-nog's".
Een leven vol met jou en met ons. Ik kan ook gewoon nog even níét kiezen , just "go with the flow".
Ik hoef geen pannenkoeken meer te gaan bakken op school als traktatie, ik hoef ook niet meer te fluisteren als ze op bed liggen, en tekeningen hangen ook niet meer op het prikbord.
Maar we kunnen wel andere dingen opslaan; vakanties, grappige situaties, uitstapjes, mijlpalen met school, werk of sport.

Zolang we ze maar met elkaar blijven beleven.
Zodat we aan het eind van dit leven-ná nog steeds tegen elkaar zeggen:
Weet je nog?




Gebakken lucht

Vakantie 2018
Net als vorig jaar hebben we besloten om het vliegtuig te pakken. Weg uit onze vertrouwde, maar o zo confronterende, omgeving. Weg van alle dagelijkse beslommeringen, weg van de realiteit, óp naar de zon.Nu hadden we daar dit jaar achteraf gezien het vliegtuig niet voor hoeven nemen. De temperaturen zijn hier nu al bijna twee maanden tropisch, wat me in elk geval alvast een redelijk kleurtje heeft opgeleverd.

We namen dus het vliegtuig, op weg om nieuwe herinneringen te maken én om even niets te hoeven.
Eenmaal in de lucht verbaasde ik me opnieuw over het feit dat dat ding ten eerste van de grond komt, en ten tweede dat ie daar dan ook gewoon blijft hangen! Ik bedoel maar: een toestel met daarin een paar honderd mensen in een evengroot aantal stoelen, honderden blikjes bier en frisdrank en dozen vol pinda's en ander vreetwerk.... Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is brengt het je van ons koude kikkerlandje naar een eiland ergens voor de kust van Marokko. Hoger dan je vanaf de grond bedenken kunt, vlieg je over bergen, door storm en regen, dwars door de wolken heen, de zon tegemoet.

En dan lig ik hier nu op mijn bedje bij het zwembad naar de lucht te staren. Ik zie gelijksoortige wolken als waar we doorheen gevlogen zijn, vooral witte. Witte wolken waar ik allerlei figuren in probeer te zien. Wolken die eruit zien alsof je ze zo kunt pakken, alsof het een grote pluk watten is.
Helaas heeft de vliegreis die illusie verstoord...
Die prachtige engel, dat olifantje, hartje of hondje blijkt na één enkeltje waar-dan-ook-naartoe, niets meer of minder dan gebakken lucht, waar je dwars doorheen kunt. Is dan niets meer wat het lijkt?
Is alles wat van een afstandje zo tastbaar lijkt dan een luchtkasteel?

Neem nou jouw leven, óns leven...
De liefde was bijna tastbaar, niet alleen van een afstand, maar ook zéker van heel dichtbij. Maar toch...Nu, ruim 1,5 jaar na je overlijden, is mijn liefde voor jou nog minstens net zo groot, alleen het tastbare ben ik kwijt. Als ik het wil omarmen ga ik er dwars doorheen. Terwijl ik zéker weet dat onze liefde geen gebakken lucht was. Onze jongens zijn daar het levende bewijs van.
Dus stiekem verheug ik me op morgen, dan zit ik weer hoog in de lucht. Ik hoop dat ik jou tegenkom op een wolkje. Ik zal naar je uitkijken en misschien neem je me dan wel mee. Mee op je wolk, via regenbogen en potten met goud, bij Droomland linksaf, zo naar ons eigen luchtkasteel...