donderdag 28 maart 2019

Scheiden versus overlijden




Naar aanleiding van reacties op een eerdere blog, ga ik het hebben over verschillen én wellicht overeenkomsten tussen scheiden en overlijden. Ik kan me natuurlijk persoonlijk niets voorstellen van een scheiding. Scheiden was bij ons nooit aan de orde, dus wat ik hier schrijf, is volledig gebaseerd op hoe ik het me voorstel. Zonder oordeel, puur hoe ik het persoonlijk zie.

Ongetwijfeld "mis" ik essentiële gevoelens die bij een scheiding komen kijken. Ik ben daarentegen een ervaringsexpert op het gebied van overlijden, alhoewel dat ook gevaarlijk is. Want hoe je het ook wendt of keert, hoe cliché het ook mag klinken, elk geval staat op zich. Geen huwelijk is hetzelfde, dus ook het gevoel na een scheiding of overlijden kan per persoon verschillen. Er zullen ongetwijfeld fases zijn waar iedereen doorheen gaat, maar of dat echt zo is, weet ik ook niet zeker.

Stel dat je al jarenlang een heel slecht huwelijk had. Dat je je gevangen voelde, of niet begrepen, of gewoon doodongelukkig. Dan kan ik me voorstellen dat je uiteindelijk opknapt van een scheiding. Dat je naast het verdriet dat je hebt, je was namelijk ooit stapel op die man/vrouw, er ook een bepaald gevoel van opluchting komt. Natuurlijk heb je dan ook te maken met gemis. Alleen is dat weer een heel ander soort gemis, dan dat van iemand die dacht een goed huwelijk te hebben, maar wiens partner daar anders over bleek te denken. Dat komt naar mijn idee dichter bij het verdriet zoals je dat hebt na een overlijden. Van de een op de andere dag overal alleen voor komen te staan. Ongewild, onbedoeld en onaangekondigd.

Dan heb je natuurlijk ook nog verschil in (wijzen van) overlijden (s) onderling. Het één is niet erger dan het ander, maar als iemand plotseling overlijdt, ben je naast je verdriet ook nog eens compleet in shock. Je hebt je er totaal niet op kunnen voorbereiden. Uit ervaring zeg ik dat een lang ziekbed ook slopend is. De onmacht en het verdriet van wéten dat je liefste dood zal gaan.  Maar in zo'n geval is het overlijden onvermijdelijk en kun je, althans wij konden dat, ook "blij" zijn dat hem verder leed bespaard is gebleven. Alles was gezegd en geregeld. Het rouwen en afscheid nemen was al langere tijd bezig in ons hoofd, waardoor de grote shock uitbleef.

Hoe de naasten hun leven weer oppakken, heeft daar dus heel veel mee te maken. Zowel na scheiden als na overlijden. Nadeel van een scheiding is dat de beide partijen in het begin vaak de beste bedoelingen hebben, maar dat dat na verloop van tijd toch verandert. Nadeel van overlijden is dat de partner er daarna alleen voorstaat. Voordeel van een scheiding is dat de kinderen nog steeds een vader én moeder hebben (ook als het niet zo soepel loopt). Voordeel van het overlijden is dat de jongens altijd bij mij zijn.

Vertel me alsjeblieft dat jullie hier geen woord van geloven. Geklets natuurlijk! Niets voordeel of nadeel. Het is allebei gewoon zwaar waardeloos! Je neemt allebei afscheid van de "en-we-leven-nog-lang-en-gelukkig" droom. En dat doet zeer. Heel zeer. Sommigen durven het aan om nieuw geluk toe te laten, en een ander moet er niet aan denken! Maar is dat fout? Nee! Er is namelijk geen goed of fout in verdriet. Verdriet is geen wedstrijd, maar verdriet is gevoél en dat is voor iedereen anders. Laten we elkaar gewoon steunen zonder te oordelen. Bedenk dat je heel blij mag zijn niet in zo'n situatie te zitten. Want verdriet is niks meer dan keihard overleven.



Gerelateerde afbeelding




Zilveren feest

Hoe vier je een feestje dat je eigenlijk niet meer kunt vieren? Hoe hang je slingers op die je halverwege de weg verloren bent? Hoe kom je de dag, dat je 25 jaar getrouwd bent door, als je liefste er niet meer is? Het is een scenario waar je eigenlijk nooit bij stil staat en waar je zéker geen rekening mee houdt.

Ik zal het jullie nog sterker vertellen;
We hebben altijd elk jaar van ons trouwen gevierd, gewoon gezellig met een bakkie en 12,5 jaar met een feestje. Maar bij 20 jaar zei Jo ineens: " Laten we gezellig met onze ouders uiteten gaan. Aangezien ze al wat ouder worden, is het maar de vraag of ze ons 25 jarig huwelijk nog mee gaan maken...". Gezien het feit dat hun leeftijd op dat moment al varieerde van 74 tot 83 was dat geen absurde gedachte, vijf jaar is dan nog best een eind. Johan was op dat moment nog niet ziek, het leven lachte ons nog van alle kanten toe. Wie had toen kunnen voorspellen dat niet één van onze ouders, maar Johan zelf de grote afwezige zou zijn op ons zilveren huwelijksfeest? Dat bedenk je toch niet?

Het is niet iets wat alleen confronterend is op de dag zelf. Dit hele jaar gaat het al door mijn hoofd; normaal zouden we nu een feestje aan het plannen zijn. Ik herinner me de voorpret nog zo goed van toen mijn eigen ouders 25 jaar getrouwd waren. Stiekem geld sparen en kado's regelen. Het werd een hele happening die ik me nu, dertig jaar later, nog steeds herinner. Hoe anders is het voor mezelf, en voor de jongens. Ze hoeven niets te bedenken, geen kado's te kopen, geen huis te versieren. Want ook al is het maandag 25 jaar geleden dat we elkaar ons Ja-woord gaven, de teller is blijven steken op 23.

En toch, tóch ga ik deze dag niet overslaan. In plaats van vieren gaan we het gedenken. Ten eerste omdat ik mijn huidige leven, met onze jongens, te danken heb aan die dag. Ten tweede omdat het zo goed als zeker is dat ik de 25 jaar getrouwd nóóit meer mee zal maken. Daar hoef je geen hogere wiskunde voor gestudeerd te hebben.

Dus gedenk ik wat niet meer te vieren valt en leef ik voor hèm, zoals hij dat zou hebben gewild. Zodat ik, als onze vrienden deze dag beleven, ook terug kan denken aan "ons feestje". Want zulke feestjes steken als een mes in mijn hart, terwijl ik het hen tegelijkertijd zó gun. Alleen is de afwezigheid van Johan juist dan echt vreselijk.
Ik herdenk in liefde wat ik niet meer echt kan vieren, om de herinnering aan wat wás levend te houden. Omdat het verleden de basis is geweest voor mijn heden, en hopelijk voor een lange toekomst!
26 November 2018, een speciale dag met een zilveren randje...

Sttt

Hoe raar kunnen sommige dingen lijken. Hoe vreemd kijken we soms tegen dingen aan. We leven allemaal een zelfde soort leven, beginnen bij onze geboorte allemaal op nul. Daarna zijn er verschillende factoren die onze levens vormen.

Toch houden we het liefst de schijn op dat óns leven geweldig is. We delen vooral de leuke dingen en de mooie momenten. Hoe geweldig we onze baan vinden, hoe spetterend onze feestjes zijn, hoe waanzinnig ons huwelijksfeest wel niet was en vooral hoe succesvol we zijn. Daarna schreeuwen we van de daken dat we een kind verwachten, dat volop in de spotlights komt. Zolang het maar goed gaat delen we alles. Succesverhalen doen het nou eenmaal goed op feestjes.

Trots is een van de emoties die daar aan ten grondslag ligt. Niks mis mee hoor, ik word zelf ook blij als ik het geluk van anderen zie en maak anderen ook deel van mijn mooie momenten. Maar dan, als er iets niet gaat zoals het perfecte plaatje vereist, is het stil. Alsof de wereld niet mag weten dat niet álles vlekkeloos verloopt. Een zwangerschap die eindigt in een miskraam, verlies van een baan, maar ook als iemand ernstig ziek wordt en uiteindelijk overlijdt. Dat overlijden kun je niet geheim houden, maar dat rouwen van de nabestaanden...

Er komt ineens een hele andere emotie om de hoek. Niet alleen bij degene die het overkomt, maar ook bij veel mensen eromheen. Het perfecte plaatje klopt niet meer, hoe succesvol we ook waren, hoe fantastisch ons leven ook was. Er is een groot gevoel van onmacht en bij sommigen misschien ook wel schaamte. Want hoe vertel je dat jij, jij die altijd zo hoog opgaf over je geweldige baan, nu ineens zonder werk zit? Wat zullen de mensen wel niet denken...

Het verdriet van iemand in de rouw kunnen we ook maar moeilijk handelen. Het laat je nadenken over je eigen sterfelijkheid en die confrontatie is hard. Terwijl de enige garantie die je krijgt als je wordt geboren is, dat je uiteindelijk weer een keer doodgaat. Het komt dus ook onherroepelijk op jouw pad. Waarom zou je je verdriet dan niet mogen uiten, waarom horen we liever niet dat de nabestaanden het vaak moeilijk hebben. Omdat het niet in het perfecte plaatje hoort? Omdat het duidelijk maakt dat het leven niet altijd een feestje is?

Ik hoop dat we daar eens vanaf gaan stappen. Dat we áltijd open en eerlijk naar elkaar kunnen zijn. Of we onszelf nou fijn en gelukkig voelen of eens een periode niet. Want alleen dan kunnen we elkaar steunen, juist dát maakt het leven rijker en echter. Verdriet is geen taboe, verdriet is een emotie. En wat is nou mooier dan jezelf kunnen zijn in geluk én verdriet, zonder oordeel en zonder schaamte...

woensdag 27 maart 2019

Mag het al?

Ik voel me de laatste tijd een beetje raar. Op zich is dát al raar: Gewoon het feit dat ik weer wat voél. Nog gekker is het, dat ik emoties voel die lange tijd uit mijn systeem vandaan waren.
Of die ik misschien had uitgeschakeld, omdat het niet hoorde. Omdat ik ergens bang was dat 'men' het niet gepast vond. Want rouwen is nog niet zo makkelijk.

De uitdrukking "de beste stuurlui staan aan wal", gaat hier dan ook wel een beetje op.
Er zijn, bewust of onbewust, best wat verwachtingen van de rouwende. Zo vindt iedereen het maar gek als er binnen een aantal maanden alweer een nieuwe relatie wordt aangegaan. Maar als het vijf jaar duurt wordt het wel een keertje tijd. Daarmee lijkt het een beetje op de periode dat je kinderen krijgt. Ben je binnen een half jaar na de geboorte van je eerste kind alweer zwanger, wordt er gezegd: "Zo, die heeft ook niet stil gelegen". Maar als je ukkie drie wordt en je nog niet zwanger bent, vragen ze gerust of het nog geen tijd wordt voor een tweede. Hallo, mag je dat lekker even zélf bepalen?

En dat is nu ook. Gelukkig maar dat er in onze cultuur geen ongeschreven regel geldt, dat je een bepaalde periode in het zwart gekleed moet gaan. Ten eerste staat zwart me absoluut niet, en ten tweede wil ik graag zelf bepalen wat ik aan trek. Bovendien kan kleding best veel verschil maken in hoe je voelt. Nee, aan de juiste verwachting voldoen valt heus niet altijd mee.

Zo is een overlijden is absoluut niet grappig. Maar vanaf wanneer is het dan weer geoorloofd om te lachen? Of om een liedje mee te zingen? Ik hoop niet dat er mensen zijn die denken dat het dan wel weer zal gaan. Want een liedje neemt je verdriet niet weg. Een flinke lachbui laat je echter wel je zorgen vergeten, al is dat ook maar voor heel even. De eerste keer dat ik in de auto zat en meezong met de radio had ik dat in eerste instantie niet eens door. Toen ik het me realiseerde schrok ik me kapot.  Hoe kon ik nou zingen, nog geen week na Johan zijn overlijden?

Wellicht heeft het wel een reden, een doel. Want is er wel een goed moment? Als het nu niet mag, wanneer mag het dan wél? Hetzelfde geldt voor dankbaarheid. Hoe kan ik dat nou voelen? Nee ik ben niet dankbaar voor wat er is gebeurd, maar wél voor wat we hadden en voor wat er nog over is! En nu komt daar ook nog eens trots bovenop. Ongeacht of mensen dat gepast vinden of niet.

Want niet alleen ben ik trots op hoe de jongens de draad weer op pakken, maar ook op mezelf. Trots, dat ik de band binnen ons altijd al mooie en sterke gezin in stand weet te houden. Trots, dat ikzelf óók mijn best doe om weer iets van het leven te maken. Maar vooral omdat ik ervoor gezorgd heb dat mijn lieverd nooit vergeten wordt. Dat zijn positieve kracht zelfs ná zijn overlijden nog mensen kan inspireren. En Jo? Die kijkt met een big smile toe hoe wij dat voor elkaar krijgen...



Forever young

Het is weer zover. Ondanks dat ik dacht dat ik er op voorbereid was, ondanks dat het soms best redelijk met me gaat, heeft het me toch weer in zijn greep. Zelfs het dagje sauna heeft me maar heel even "Zen" gemaakt.

Het is er haast ongemerkt weer ingeslopen, heel langzaam is het monster van angst weer ontwaakt. Stukje bij beetje grijpen de tentakels steeds verder om zich heen. En dat alles komt door deze periode in het jaar. Voor velen zijn het slechts data, net als alle andere. Voor mij betekent elke dag in deze periode een herinnering. En dan meestal geen fijne...

Het begon op 25 augustus 2014, de dag dat we naar de dokter gingen. Vervolgens de dag van de definitieve uitslag, de eerste chemo en tussendoor alle dagen van angst. September 2015 stond opnieuw in het teken van chemotherapie. Gelukkig was toen ook ons tripje naar Rome,
waardoor ik nu ook nog eens een leuke herinnering krijg van facebook. September 2016 luidde het begin van het einde in. Al met al niet echt de prettigste periode om op terug te kijken, wat zich bij me uit in onrust. Een naar, onbestemd gevoel in mijn buik, waar ik zelfs hoofdpijn van krijg.
De herinneringen zijn niet namelijk het enige pijnlijke, er is nog meer...

Half september ben ik jarig, en wat eigenlijk een mooie dag moet zijn, voelt dit jaar dubbel pijnlijk. Ik word namelijk 46. Johan werd helaas niet ouder dan dat.
Ik besef heel goed dat ik hem qua leeftijd nu in ga halen. De laatste verjaardag die híj nog heeft mogen vieren, terwijl ik ervan uit ga dat ik nog even door kan. Het doet zeer en het voelt vooral oneerlijk.

Ik kan niet stoppen met leven nu hij er niet meer is, maar doorleven doet zo verdomd zeer. Zeker op dit soort momenten. In mijn herinneringen zal hij altijd blijven zoals hij was, niet alleen in zijn doen en laten, maar ook in zijn uiterlijk en leeftijd. Ooit ben ik misschien 65 en zie ik hem nog steeds als 46 jarige. Hoe mooi zou hij oud geworden zijn? Zijn, nu al licht grijzende, slapen zouden ongetwijfeld nog grijzer zijn geworden en zijn lijf wellicht wat strammer. Maar zijn stralende lach zou nooit verdwijnen net zo min als de lichtjes in zijn ogen.
Wat had ik het graag willen zien...

Voorlopig word ik 46, wie weet hoeveel jaren mij extra gegeven worden. Ik ga mijn best doen om te blijven léven. Ook als ik oud word, grijs en verkreukeld.
Ik weet namelijk zeker dat Jo wil dat ik het positief bekijk.
Met zijn stralende lach en ogen vol pret hóór ik hem bijna zeggen:
Lieve schat, hoe oud je ook mag worden, je houdt altijd een lekkere jonge vent...








Geloof jij in rouw, of rouw jij in geloof?


Wat voor effect heeft rouw op je geloof? Een lastig onderwerp, niet iedereen gelooft namelijk in een God. Ongeacht welke God dat dan ook zou mogen zijn. Het ligt er maar net aan in welk gezin je word geboren en in welk land.

Ik werd geboren in een praktiserend katholiek gezin. Met een opa die koster was, groeiden mijn ouders op in een tijd, waarin je zo'n beetje dagelijks naar de kerk ging. Zover ging het bij ons dan niet meer, maar ik vond het van kinds-af-aan heel vanzelfsprekend dat er een God was. Waar en hoe die er dan uit moest zien, daar dacht ik niet over na. God was voor het goed en kwaad, een grote vriendelijke reus die de boel hier op aarde in de gaten hield. Ik vond dat ook wel een fijn idee. Als er namelijk een God was, dan was er óók een hemel. En daarmee ook nog een soort leven na de dood. Zolang ik niks schokkends meemaakte hield ik me daar dan ook aan vast. Als ik hier beneden mijn best deed om een goed mens te zijn en God deed zijn werk vanuit de hemel, was het allemaal zoals me van huis uit was meegegeven.

Tót het moment dat er een paar afschuwelijke dingen gebeurden, in ons eigen leven en in het leven van mensen om ons heen. Het noodlot trof mensen, en zelfs kinderen, die anderen geen vlieg kwaad deden. Ziekte, ongelukken, dood... wacht even... dat was toch niet de afspraak! Wij hielden ons netjes aan ons deel, hoe kon dit dan gebeuren? Voor het eerst in mijn leven wankelde ik, kreeg ik vraagtekens en ging ik dieper nadenken over de zin van ons bestaan. Ook vroeg ik mezelf af of het wellicht een straf was. Want ook al probeerde ik mijn best te doen als mens, ik ging niet meer wekelijks naar de kerk. Ik was er in de loop der jaren van overtuigd geraakt dat geloven niet alleen in de kerk hoefde. Zou lekker worden, klooi je de hele week maar wat aan, maar omdat je dan op zondag in de kerk zit ben je goed bezig. Dat gaat er bij mij niet in.

Na Johan zijn overlijden heb ik een poosje helemaal niets gevoeld en wist ik ook niet meer wat ik moest geloven. Rouwen maakt je leeg, verdrietig en kost enorm veel energie. Maar toch...
Ergens kreeg ik kracht om door te gaan. Iets of iemand ging voor ons uit met een klein lichtje om de weg te wijzen.Zou die God dan toch bestaan?
Het is zo makkelijk om je geloof te verliezen in lastige tijden. Uiteindelijk hóóp ik nu vooral dat er een God is, in welke gedaante dan ook. Want als die God er is, is de hemel er ook vast. En wanneer ik dan als goed mens blijf leven, kom ik Johan ooit weer tegen.

Het waarom van veel dingen zullen we wellicht nooit kunnen achterhalen, maar misschien zegt deze zin (uit het gedicht van de rouwkaart) wel alles:
"God broke our hearts to prove us, he only takes the best"...
Dus zeg het zelf maar.
Geloof jij in rouw, of rouw jij in geloof?



dinsdag 26 maart 2019

Boekjeswijsheid

Boeken over rouwverwerking, je word er bijna letterlijk mee doodgegooid. Moet je voor de grap eens "boek over rouw" googlen. Talloze suggesties komen naar voren. Je kunt zelfs gespecificeerd kiezen uit  rouw na verlies van je partner, vader, moeder, kind, broer of zus... duizenden boeken die voor het merendeel zijn geschreven door psychologen. Mensen die ervoor gestudeerd hebben en denken enige vorm van logica te hebben gevonden in het rouwproces. Er wordt gedacht dat iedereen op de een of andere manier door vijf fases heen gaat. Te weten: ontkenning, boosheid, het gevecht aangaan, depressie en aanvaarding.

Vijf redelijk logische fases na een verlies, maar ik herken mezelf er totáál niet in. Ongetwijfeld komt dat door het feit dat er een ziekbed aan het overlijden vooraf is gegaan.
Johan was ziek, doodziek. Zijn overlijden kwam dan wel onverwacht snel, maar ik heb nooit in een ontkenningsfase gezeten. Het was meer een onvermijdelijk gevolg van jarenlang knokken. Er viel gewoon niks te ontkennen. Hij vocht, vocht nog harder en verloor. Niks meer en niks minder.

Boos ben ik ook niet geweest. Op wie zou ik dan boos moeten zijn? Iedereen heeft zijn uiterste best gedaan. Dit was geen geval waarbij je een schuldvraag bij iemand neer kunt leggen. Stomme pech, het maakte me niet boos maar wel heel verdrietig. Het gevecht aangaan is wel enigszins herkenbaar voor me. We vochten al zo lang. Eerst tegen de dood, daarna voor het leven. Het leven met een gemis.  Hoewel ik dat niet eens vechten vind. Het was meer een zoektocht. Op zoek naar een nieuwe balans binnen het gezin, maar ook naar een aanvaardbare weg in je leven. En ook al denk ik dat ik op de goede weg ben, de toekomst moet nog leren of dit ook geen dood spoor is.

Misschien komt het omdat ik de eerste fases niet echt ben doorgegaan, maar ik ben nooit depressief geraakt. Gelukkig maar, want dan wordt rouwen helemaal een flinke kluif. Het omdenken, blijven zien wat er nog wél is in plaats van alleen te kijken naar wat je mist, is daar denk wel belangrijk in geweest. Dealen met de ellende op het moment dat het gebeurt, ook. Je kunt kalmeringspillen slikken tot je een ons weegt, maar je verdriet moet er ooit toch een keer uit. Dan maar dwars door de pijn heen. Daardoor weet ik alles nog steeds redelijk goed en heb ik niet het gevoel dat ik een jaar "kwijt" ben.

Of het de juiste weg is weet ik ook niet, maar het heeft mij juist sterker gemaakt. Verdriet toelaten op het moment van tegenslag. Met als mooie tegenhanger dat je dan dus óók  geniet als het moment dat wél  toelaat. Yin en Yang. Gevoel is een weegschaal die in balans moet blijven. Dan de laatste fase, die van aanvaarding. Volgens mij is dat een hele belangrijke. Eentje waar je eigenlijk als eerste doorheen zou moeten gaan.

“Accept what is, let go of what was, and have faith in what will be.” Stel jezelf zo snel mogelijk de vraag: kan ik iets aan de situatie veranderen? ( Nee!)Wie help ik ermee als ik niet uit deze put kom
( Niemand!), komt hij terug als ik nooit meer iets leuks doe of lach?( Nee!) Door behalve verdrietig te zijn ook nog eens iets leuks te doen, hou je de weegschaal in balans. En natuurlijk is dat niet makkelijk, soms is het verdriet overweldigend en de balans in één klap door naar de verkeerde kant. Maar het is wat het is... ook al wil je het niet.
Door dat te accepteren maak je het leven draaglijk, voor anderen maar vooral voor jezelf.

Of het altijd zo makkelijk is betwijfel ik. Zo zijn er talloze scenario's waarbij ik me boosheid en woede volledig kan voorstellen. Hetzelfde geldt voor de dagelijkse strijd. Herkenning, tips en bevestiging uit de boekjes kunnen een leidraad zijn om je kracht weer te vinden. Aanvaarding is uiteindelijk wel bij iedereen het ultieme doel. Het verlies verweven met je dagelijkse leven. Niet omdat je dat nou zo graag wil, maar omdat je wéét dat je wel door zult moéten.
En laat je daar heb je nou net geen boekje voor nodig hebben...



The circle of life


Gezien het feit dat ik a-sportief ben, maar toch beweging nodig heb, probeer ik elke avond een rondje te lopen. Vijf, acht of tien kilometer, door de duinen of gewoon een rondje dorp. Als er aan het eind van de dag maar minimaal zo'n 11.000 stappen op de teller staan.
Vanavond viel het me op hoeveel bladeren er alweer van de bomen zijn gevallen. Een teken dat de zomer over zijn hoogtepunt heen is en de herfst over niet al te lange tijd zijn intrede zal doen. Moeiteloos vloeien de seizoenen in elkaar over, maling hebbend aan de officiële data waarop het jaargetij verandert.
Ik realiseerde me ineens dat het met rouwen ook een beetje zo werkt. Niet dat het keurig afgebakende termijnen van drie maanden zijn hoor, was het maar zo'n feest. Dan zou je er na een jaar namelijk klaar mee zijn. Toch kan ik voor mezelf de seizoenen er wel uithalen.

Ik beschouw ons huwelijk dan voor het gemak even als de zomer. Warm, strak blauwe hemel, weinig regen... een soort zomer als we dit jaar hebben gehad. Eén flinke storm kondigde echter de naderende herfst aan. De hemel brak letterlijk open en met wind, donder en bliksem verloren onze prachtige groene bomen, hun eerste blaadjes. In het begin konden we ze nog aardig bij elkaar harken, om de tuin zo mooi mogelijk te houden. Maar al snel was de ene storm nog niet voorbij of de volgende kwam alweer. De regen, vermengd met onze tranen, spoelde het laatste restje zomer weg.

Het was herfst, en al snel voelden we dat het voor Johan nooit meer voorjaar zou worden. Een herfst die 2,5 jaar zou duren. Al die tijd hoopten we op nieuwe jonge blaadjes, eerste tekenen van nieuw leven. Maar in plaats daarvan werd de grootste boom in onze mooie tuin geveld door een orkaan. Een storm, die al het overgebleven leven lam legde, alle bomen en struiken ontdeed van het laatste beetje groen.

En daarna was het stil. Stil en koud. Zoals het begin van een ijzige winterdag. Ik weet nog, dat ik gek genoeg ook rust ervoer. Die allesvernietigende storm had niet alleen het leven van onze liefste genomen, maar ook dat enorme pak zorgen en onrust van onze schouders geworpen.
De lucht werd langzaamaan weer lichtblauw met een waterig zonnetje. Of misschien kwam dat waterige wel door onze tranen. Als onze tranen konden bevriezen hadden ze er de Elfstedentocht op kunnen schaatsen.

Toch krabbelde de temperatuur ongemerkt op van -10 naar boven nul. Wanneer het precies gebeurd is weet ik niet, maar het lijkt erop dat de koude winter inmiddels zachtjes over is gegaan naar de lente. Ondanks dat er op de lege plek in de tuin nooit meer iets zal groeien, lopen de andere bomen weer uit. Onze tranen van verdriet voeden de grond, en gecombineerd met de warmte van de mensen om ons heen begint er weer wat groen doorheen te komen. Tranen van verdriet, als de mest voor nieuw leven. Ik hoop dat de tranen van het lachen er voor zullen zorgen, dat we ooit weer volledig in bloei zullen komen te staan.
In een eindeloos durende zomer...



Weet je nog

Weet je nog, al die keren? Al die keren van ons samen?
Die keer bijvoorbeeld, dat we net Bart hadden en zaten te fluisteren in huis, omdat we dachten dat we zachtjes moesten doen? Of die keer dat jij uit je werk kwam, en dacht dat Luuk de tekening had gemaakt die op het prikbord hing, maar het kunstwerk van Mark afkomstig bleek te zijn?
Of die keer dat je pannenkoeken stond te bakken voor de hele klas, als traktatie voor de verjaardag van een van de jongens? Of die keer dat Luuk zó blij was dat je thuiskwam dat hij in zijn enthousiasme met zijn speelgoedhark op de motorkap van de buren sloeg?
Weet je nog...?

Ik weet ze nog. Ik weet er nog veel meer...
Gelukkig weten onze gasten ook nog veel van die weetjes.
Want dit zijn de dingen waarop we door moeten. Soms lijkt het er misschien op dat we alleen de leuke dingen onthouden hebben. Maar eerlijk waar, het feit is dát er bijna alleen maar leuke dingen waren. Bij elke herinnering zie ik steevast een enorme grijns op je gezicht.
Al die ontelbare keren die gegraveerd zijn in mijn geheugen. Die me voor altijd zullen herinneren aan mijn eerste leven, óns eerste leven.

Want dát is wat een beetje speelt momenteel in mijn hoofd. Er is een leven voor en een leven na. Dat leven vóór beviel me prima, dat had gewoon voor altijd door mogen gaan. Juist omdat dat zo goed was, valt het leven ná niet makkelijk in te vullen. Niets, maar dan ook niets kan de lege plek die jij achterliet invullen. Het is zoeken naar een nieuw doel. Het doel uit ons leven vóór is namelijk niet meer haalbaar. Maar hoe vind je een nieuwe uitdaging, als je bijna 30 jaar tevreden was met hoe het ging?

Ik kan me heel goed voorstellen hoe kinderen in de derde van de middelbare school zich moeten voelen. Een richting kiezen. Een keuze maken die bepalend is voor de rest van je leven. Want door voor het één te kiezen doe je veelal de deur voor iets anders dicht. Ik wil niet kiezen. Misschien ben ik gewoon bang om de verkeerde keuze te maken. Al ben ik er ook wel van overtuigd dat jij me dan een teken zult geven. Net zoals ik me gesteund voel door kleine tekens die je geeft als ik wél goed kies.

Ik wil óók niet kiezen omdat ik geen leven ná wíl. Ik wil gewoon het oude terug.
Mag dat ook? Mag ik kiezen voor het leven vóór? Een leven vol met "weet-je-nog's".
Een leven vol met jou en met ons. Ik kan ook gewoon nog even níét kiezen , just "go with the flow".
Ik hoef geen pannenkoeken meer te gaan bakken op school als traktatie, ik hoef ook niet meer te fluisteren als ze op bed liggen, en tekeningen hangen ook niet meer op het prikbord.
Maar we kunnen wel andere dingen opslaan; vakanties, grappige situaties, uitstapjes, mijlpalen met school, werk of sport.

Zolang we ze maar met elkaar blijven beleven.
Zodat we aan het eind van dit leven-ná nog steeds tegen elkaar zeggen:
Weet je nog?




Gebakken lucht

Vakantie 2018
Net als vorig jaar hebben we besloten om het vliegtuig te pakken. Weg uit onze vertrouwde, maar o zo confronterende, omgeving. Weg van alle dagelijkse beslommeringen, weg van de realiteit, óp naar de zon.Nu hadden we daar dit jaar achteraf gezien het vliegtuig niet voor hoeven nemen. De temperaturen zijn hier nu al bijna twee maanden tropisch, wat me in elk geval alvast een redelijk kleurtje heeft opgeleverd.

We namen dus het vliegtuig, op weg om nieuwe herinneringen te maken én om even niets te hoeven.
Eenmaal in de lucht verbaasde ik me opnieuw over het feit dat dat ding ten eerste van de grond komt, en ten tweede dat ie daar dan ook gewoon blijft hangen! Ik bedoel maar: een toestel met daarin een paar honderd mensen in een evengroot aantal stoelen, honderden blikjes bier en frisdrank en dozen vol pinda's en ander vreetwerk.... Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is brengt het je van ons koude kikkerlandje naar een eiland ergens voor de kust van Marokko. Hoger dan je vanaf de grond bedenken kunt, vlieg je over bergen, door storm en regen, dwars door de wolken heen, de zon tegemoet.

En dan lig ik hier nu op mijn bedje bij het zwembad naar de lucht te staren. Ik zie gelijksoortige wolken als waar we doorheen gevlogen zijn, vooral witte. Witte wolken waar ik allerlei figuren in probeer te zien. Wolken die eruit zien alsof je ze zo kunt pakken, alsof het een grote pluk watten is.
Helaas heeft de vliegreis die illusie verstoord...
Die prachtige engel, dat olifantje, hartje of hondje blijkt na één enkeltje waar-dan-ook-naartoe, niets meer of minder dan gebakken lucht, waar je dwars doorheen kunt. Is dan niets meer wat het lijkt?
Is alles wat van een afstandje zo tastbaar lijkt dan een luchtkasteel?

Neem nou jouw leven, óns leven...
De liefde was bijna tastbaar, niet alleen van een afstand, maar ook zéker van heel dichtbij. Maar toch...Nu, ruim 1,5 jaar na je overlijden, is mijn liefde voor jou nog minstens net zo groot, alleen het tastbare ben ik kwijt. Als ik het wil omarmen ga ik er dwars doorheen. Terwijl ik zéker weet dat onze liefde geen gebakken lucht was. Onze jongens zijn daar het levende bewijs van.
Dus stiekem verheug ik me op morgen, dan zit ik weer hoog in de lucht. Ik hoop dat ik jou tegenkom op een wolkje. Ik zal naar je uitkijken en misschien neem je me dan wel mee. Mee op je wolk, via regenbogen en potten met goud, bij Droomland linksaf, zo naar ons eigen luchtkasteel...


Oei, ik groei

Oei, ik groei!
Een ieder die ooit kinderen heeft gekregen en dit leest, komt de zin bekend voor. Het is de titel van een boek voor kersverse ouders, waarin de sprongetjes in ontwikkeling van het kind onder de loep worden genomen. Waar de sprong voor dient en vooral: waarom het kind tijdens de sprong niet te genieten en vaak huilerig is. Vandaar dat ik voor mezelf momenteel niets anders kan concluderen: Oei, ik groei!

Gelukkig niet meer in de lengte, of (erger nog) in de breedte, maar dat ik groei is een feit.
Het gaat heel ongemerkt, stapje voor stapje. Van sprongen maken is bij mij absoluut geen sprake, maar gezien de soms onverklaarbare huilbuien of woedeuitbarstingen, ben ik wel gezegend met de bijbehorende bijwerkingen. Helaas. Of moet ik zeggen: gelukkig? Want dat ik überhaupt groei kan alleen maar positief worden uitgelegd. De ongemakken moeten we dan maar voor lief nemen.

Was er in het verleden altijd sprake van overleg als iets besloten moest worden, tegenwoordig komt mij de eer toe het in mijn uppie te beslissen. Het is maar goed dat ik Jo echt dóór en dóór kende, dan kan ik daar nu nog enige houvast in vinden. Moet ik dan zoveel keuzes maken? Nou toch meer dan je denkt. Bewuste keuzes laat ik nog steeds het liefste links liggen, zeker als ik langer dan een week twijfel. Maar er zijn zat keuzes die je ongemerkt maakt. Natuurlijk deed ik dat vroeger ook al wel, maar dan waren het keuzes voor óns. De meeste keuzes maakte ik toen nog in het belang van ons gezin.

Maar nu de jongens groter zijn, en in veel dingen hun éigen keuzes maken, mag ik meer mijn eigen koers varen. Waar voel ík me goed bij. En verbazingwekkend genoeg gaat dat soms best goed! Langzaam maar zeker verdwijnt mijn angst om te kiezen. Een van de dingen waarin mijn groei me opviel, is de op handen zijnde vakantie. Vorig jaar gingen we voor het eerst met zijn vieren.
En waar veel mensen zeiden en dachten: "goh wat lekker voor jullie ", voelde dat absoluut niet zo. Huilend zat ik bij het reisbureau om een reis te boeken...

De vakantie zelf was dubbel. Natuurlijk was het heerlijk om even te kunnen genieten van de zon en (vooral) een andere omgeving. Toch was de confrontatie met de werkelijkheid keihard. Het maakt namelijk niet uit wat we doen of waar we heen gaan, we zullen nooit meer compleet zijn.
En dáár komt mijn groei om de hoek kijken. Want had ik vorig jaar vooral een knoop in mijn buik voordat we weggingen, nu kijk ik er stiekem enorm naar uit. Ik verheug me echt op de all-inclusive vakantie. Eindelijk wordt er weer eens voor míj gezorgd, hoef ik gewoon niks te doen!
Verklaart ook meteen waarom de tranen soms weer hoog zitten en ik sneller geïrriteerd ben. Misschien vormen al mijn kleine stapjes wel een klein sprongetje...
Hoe dan ook, één ding is duidelijk:
Oei, ik groei!



vrijdag 22 maart 2019

De club

Ik ben lid. Van een club. De snelst groeiende club wereldwijd.
Ik hoef geen contributie te betalen en geen bijeenkomsten bij te wonen. Wie er allemaal lid zijn weet ik eigenlijk ook niet. Sommigen schamen zich misschien, hoewel dat eigenlijk onzin is. Feit is wel, dat niemand lid wil zijn. Maar áls we een clublid tegen komen is er meteen die band.
Een soort samenzwering, een gevoel dat alleen clubleden kennen.

Wat een rare club is dat hoor ik jullie denken. Nou dat klopt. En ik, die eigenlijk helemáál niet van de clubjes ben, heb de twijfelachtige eer om precies hiér bij te mogen horen.
Ik zal het proberen uit te leggen.
Iedereen hoort weleens iets naars. Het gebeurt gelukkig altijd bij iemand anders. Iemand blijkt ernstig ziek. Zo'n ziekte waarbij de dood altijd ergens op de loer ligt.

Wat denk je dan, voel je dan of zeg je dan? Juist. Dat je het vreselijk vind en je voor kunt stellen hoe erg het is. Of op zijn minst dat je het je probéért voor te stellen...
En dat is dus waarom je geen clublid bent.
Je kunt het namelijk nóg zo proberen, maar het is ónmogelijk. Alleen leden kennen het gevoel. Het is een gevoel dat nooit meer verdwijnt.
Het zou hetzelfde zijn als een man zegt dat hij zich voor kan stellen hoe het voelt om te moeten bevallen. Dan lachen wij vrouwen hem toch keihard uit! Terwijl elke moeder de pijn van alle weeën nog zo terug kan halen. Nog zo'n club waar ik bij nader inzien lid van ben.

De angst die je voelt als je in de wachtkamer zit, wachtend op het allesbepalende bericht van de dokter, is met geen pen te beschrijven. Het is echt een kantelpunt. Het is goed of fout.
Bij ons was het vanaf dag één fout. Wat de angst de volgende keer alleen maar groter maakte. Want na het eerste slechte bericht zaten we al zó diep, wie had kunnen bedenken dat er zoveel dubbele bodems in die put zaten? Dat we elke keer nog dieper geraakt konden worden. Gelukkig hadden wij de kracht om elkaars schouders omstebeurt te gebruiken om weer wat omhoog te krabbelen, maar dat gevoel zit verankerd in mijn ziel. En dat gevoel hebben de clubleden gemeen.

Na het overlijden van Johan ging ik door een rollercoaster van emoties. De angst die ik tijdens die ziekenhuis afspraken voelde leek naar de achtergrond te zijn verdreven door het gevoel van intens verdriet. Tot dit voorjaar.
Verschillende mensen waar ik van hou, die ons hebben bijgestaan toen wij zo diep zaten, zijn lid geworden van de club. Het lot was de meesten gelukkig goedgezind. Maar eenmaal hét gevoel ervaren raak je het nooit meer kwijt. En dus kwam het gevoel bij mij meteen weer terug. En bij hen het besef hoe het voelt, als je de grip op je leven kwijt dreigt te raken.

Het wederzijdse respect is alleen maar groter geworden. De band alleen maar sterker.
En hoe "mooi" dat ook is, van mij mag er een ledenstop komen. Of beter nog: de mogelijkheid om je uit te laten schrijven.
Want als ik dan tóch ergens lid van moet zijn, zoek ik liever een leuker clubje uit!






Geven en nemen


Ben jij van jezelf een gever of een nemer? Stel jij alles in het werk om een ander gelukkig te maken en vergeet je daarbij vaak jezelf, ondanks dat je ook gelukkig wordt als de ander gelukkig is? Of ontvang je liever en ben je je niet eens echt bewust van hetgeen een ander voor je doet?
Eigenlijk dus een gewetensvraag...

Durf jij jezelf geluk te gunnen en kun je dus vrijuit ontvangen?

Ik merk dat het antwoord cruciaal is in een situatie, waarbij je na een lange tijd weer alleen komt te staan.
Dat kan na een overlijden zijn, maar zeker ook na een scheiding.
Durf je jezelf daarna weer nieuw geluk te gunnen?
Ik ben eerlijk gezegd meer van het geven. Een antenne op mijn hoofd zorgt er meestal voor dat ik meteen in de gaten heb hoe iemand zich voelt. Mijn zorgzame aard neemt het dan over en wil niets liever dan zorgen voor... niet eens in grote dingen, maar gewoon; een praatje, bloemetje of ander kleinigheidje om maar te zorgen dat die ander weer wat gelukkiger wordt. Het gevoel te geven dat de ander ertoe doet en het waard is. Al is het maar voor even...

Maar hoe lastig is het als die ander het, net als ikzelf, lastig vindt om te ontvangen? Om wat voor reden dan ook.
Er zijn namelijk talloze redenen om dat moeilijk te vinden.
Stel dat je net uit een ingewikkelde relatie komt, wellicht twijfel je dan wel over alles. Geloof je dan nog in de oprechtheid van mensen? Dat er in deze ( vaak zo gehaaste en ik-ik-ik-wereld) nog mensen zijn die onbaatzuchtig het beste met je voor hebben? Zonder iets terug te verlangen.
Durf je dan te ontvangen? Of hou je altijd een bepaalde angst om opnieuw teleurgesteld te worden en ontneem je jezelf het wellicht nieuwe geluk?

Zelf vind ik het lastig omdat het betekent dat iemand anders ook een antenne blijkt te hebben, en daarmee dieper kan kijken dan wat mijn buitenkant laat zien. Iemand die mijn angst, onrust en onzekerheden blootlegt. Die mij even duidelijk laat merken hoe het voelt om te mogen ontvangen, zelfs als je liever geeft. Het werkt als een spiegel. Het geeft me begrip voor diegenen die ook lastig vinden om "zomaar" te krijgen.
Want wie gééft er nou tegenwoordig nog zonder bijbedoelingen?

Gelukkig voor mij kom ik niet uit een ingewikkelde relatie. Geven en nemen vloeiden jarenlang moeiteloos in elkaar over. En soms, zoals ik er nu op terug kijk, was het inderdaad soms meer van het een dan het ander. Maar dat was nooit een issue, want dat heet LIEFDE.
Ik geloof erin, nog steeds.

Ooit hoop ik dat het geven en nemen weer zullen samenvloeien. Tot die tijd blijft mijn antenne actief en gun ik iedereen geluk. En als iemand wil geven zal ik durven aanvaarden.
Omdat jij het waard bent, en ikzelf ook...










vrijdag 15 maart 2019

Vlinders

Mijn kind is verliefd. Niet voor het eerst, maar wel voor het eerst na Johan zijn overlijden. Het is gelukkig wederzijds.
Vlinders dartelen hier dus dagelijks door het huis. Ze zijn gelukkig en blij en zo hoort het ook te zijn.

Ik ben natuurlijk blij voor ze. Het doet me regelmatig terugdenken aan het begin van onze verkeringstijd. Zelfs ik voel nog steeds de vlinders komen bij de gedachte aan toen. Is het echt al dertig jaar geleden? Ik herinner me echt nog elk detail.  De spanning (vindt hij me echt leuk?), maar ook de blijdschap. Het gevoel van thuiskomen, wéten dat dit het is, dat je niet verder hoeft te zoeken.

Kregen we destijds vaste dagen waarop we af mochten spreken( woensdagavond en het weekend), nu gaat dat veel makkelijker. Als het uitkomt spreken ze af, soms vier keer per week en soms maar één of twee keer. Gelukkig hebben ze de app waarmee ze sowieso dagelijks contact kunnen hebben. Wat is dat een vooruitgang, wij hadden alleen een vaste lijn. En daar kon je écht niet onbeperkt mee bellen. Ja het kon wel, maar dan kwamen er toch wel subtiele kuchjes of handgebaren dat het zó wel lang genoeg was.

Ook het schrijven van brieven is aan deze generatie niet meer besteed. Ik heb gelukkig nog een hele stapel liggen van toen Johan in dienst was. Regelmatig moest hij op bivak, waardoor we elkaar soms twee of drie weken niet zagen. Dagelijks keek ik dan uit naar de post, want dat was de enige manier om contact te hebben. Ik koester die brieven.  Na het overlijden heb ik één keer een poging gedaan om ze te lezen maar dat was nog te confronterend. Het begin van onze liefde, van ons leven samen. Best jammer dat dát soort dingen niet meer worden vastgelegd voor onze kinderen.
Misschien toch handig om ze hun app-gesprekken af en toe naar hun gmail te laten sturen, zodat ze ooit ook nog iets hebben om terug te lezen.

Maar ik merk ook, dat niet álles is veranderd. Stiekem zie ik een herhaling van ons geluk. Ze vieren hun liefde net zoals wij dat deden. Elke maand is "hun" dag speciaal, elke keer kunnen ze er een maand bijtellen. Ik hoop dat die maanden jaren worden. Dat ze ook het gevoel van thuiskomen zullen ervaren bij elkaar.

Boven alles hoop ik vooral dat hun geluk niet voortijdig wordt vernietigd. Het was ons niet gegeven om samen oud en grijs te worden, maar laat het onze jongens dan wél gegund zijn. Alledrie, met wie ze maar willen. En ik hoop dat ik dat dan nog mee mag maken...