vrijdag 16 maart 2018

Mag ik dan bij jou

Afgelopen week werd me de volgende vraag gesteld: wat mis je nou het meest?
En ik kon er niet eens meteen een zinnig antwoord op geven.
Ik mis namelijk niet één ding.
Ik mis álles.
Ja natuurlijk mis ik zijn handigheid.
Op praktisch gebied ben ik nu vaak afhankelijk van anderen, iets wat ik niet gewend ben.
Maar dát is uiteindelijk op te lossen. Kost een drempel om het te vragen maar goed.
En ik mis zijn lach, zijn humor, hoe hij als vader voor de jongens was,
zijn armen, zijn lieve woorden en zijn lijf.
Ik mis wie hij was, zijn gevoel voor rechtvaardigheid,
zijn enthousiasme en zijn, al dan niet terechte, koppigheid.
Dus tja, wat mis ik nou het meest?
Ik denk dat ik dat het beste kan beschrijven als het " mag-ik-dan-bij-jou-gevoel".
Het onvoorwaardelijke vertrouwen dat we áltijd bij elkaar terecht konden, no matter what...
Niet alleen " als er oorlog komt" of "als het einde komt", maar juist: "als de liefde komt, of de lente". Of als ik het even niet meer weet, of als ik héél hard moet huilen uit het niets.
Ik mocht altíjd bij jou... en jij bij mij.... kom wanneer je wilt...
Mijn God wat wil ik dat nog graag!
Want hoe hard iedereen ook roept dat ik het zo goed doe en dat ik zo sterk ben,
ik ben niet méér dan een mens.
Natuurlijk zien de meesten die stoere, sterke kant, maar dat ben ik heus niet altijd.
Ik ben net zo vaak een vrouw die zich alleen voelt en troost zoekt.
Het verdriet is nog steeds rauw, tranen komen wanneer ze willen.
Soms een paar dagen niet en soms niet te stoppen.
Maar ik ben in mijn hart ook bang.
Bang voor dingen waar ik niet bij stil zou moeten staan, maar wat simpelweg niet uit te bannen is. Het leven hééft ons al een keer een klotestreek geflikt,
wie zegt dat dat niet nog een keer gebeurt.
Wat zou ik op zo'n moment graag weer even bij jou....
Je zou me zeggen dat het goed komt, je zou me troosten en geruststellen.
Je zou me kussen en ik zou het weer vergeten. Voor even dan.
Maar nu moet ik het doen met de herinnering aan jouw wijze woorden.
De gedachte aan jouw positieve levenshouding.
Je glas dat áltijd halfvol was...
Ik wens iedereen halfvolle glazen toe.
En mocht het onverhoopt halfleeg zijn, mogen jullie allemaal bij mij.
Maar als ík iets moet zijn,
wat ik nooit geweest ben,
mag ik dan bij jou...?